Al spoedig werd de ketting, welke door deze firma werd vervaardigd,
aangenomen door de Engelse admiraliteit en gebruikt in plaats van kabels
van henneptouw.
In die tijd schijnt ook in Nederland de ketting als ankerketting zijn intrede
te hebben gedaan. Hiervan getuigt o.a. een boekje, in 1835 uitgegeven door
„De Vries en Comp.", directeuren van. de lijnbaan „De Zalm" te Amster
dam, getiteld „Verzameling van stukken en daadzaken betrekkelijk het
gebruik van kettingkabels in plaats van ankertouwen op de Nederlandse
schepen en hetzelve gebruik, getoetst aan het belang onzer zeevaart."
De eerstgebruikte kettingen schijnen lang niet altijd bedrijfszeker te zijn
geweest en de schrijvers, die blijkbaar belang hadden bij de vervaardiging
van touwwerk, lieten dan ook niet na om de nadelen van de ketting naar
voren te brengen.
Hoewel het gebruik van de zware touwen op schepen dikwijls vele moeilijk
heden met zich bracht en veel personeel bij het ankeren nodig maakte,
werden vele argumenten vóór het gebruik van touw naar voren gebracht,
versterkt met de beschrijving van de nodige ongelukken, die gebeurd zijn
bij het gebruik van ketting.
Zo meldt de schrijver:
„Rotterdam, 1 Maart 1834. Het breken der kettingkabels van een zeer
gering vermogen, reeds meermalen op onze rivieren plaats gehad hebbende
en nu wederom de vorige week overgekomen aan het schip „De Dank
baarheid", aan de Nederlandsche Handelmaatschappij toebehorende,
voor deze stad willende ankeren, wiens beide kettings successievelijk
braken, waardoor deze bodem, indien het op de kusten ware geschied,
onvoormijdelijk zoude zijn verloren en op de kust van Engeland aan het
Amerikaanse schip „Dromo", wiens ééne ketting en het Engelsche schip
„James", wiens beide kettingen gebroken zijn en waardoor dit laatste schip
is gestrand, gaven mij aanleiding om te onderzoeken welk vermogen de
„Engelse tabellen" aan kabelkettingen toeschrijven".
De kettingfabrikanten schijnen in Engeland de vergelijking met touwkabels
wel belangrijk in hun voordeel te hebben opgesteld en onze Nederlandse
touwfabrikanten geven hierop vanzelfsprekend een zeer gedocumenteerd
commentaar. Men moet daarbij bedenken, dat in die tijd geen algemeen
geldende regelen bestonden, zoals dit tegenwoordig gebruikelijk is, waarbij
vooral de verzekeringsmaatschappijen en classificatiebureaux voorschriften
hebben gegeven voor het gebruik van ankerketting bij verschillende groot
ten van schepen." Tot zoverre de Heer De Jong.
In het Algemeen Rijksarchief te 's-Gravenhage vond ik enkele gegevens,
welke op het bovenstaande betrekking hebben en welke wel aardig zijn
aan de vergetelheid ontrukt te worden. Het boekje van de Heren De
Vries 6 Comp. werd nl. aan Z.M. Koning Willem I opgedragen, die het
ter beoordeling naar het Departement van Marine liet sturen.
Het Departement liet zijn rapport aan Z.M., van een concept antwoord
aan de adressanten vergezeld gaan, tevens ter beoordeling door Z.M.
Vanuit het Loo ging daarop het volgende schrijven naar het Departement
van Marine:
109