Portret
Hiermede dank ik, mede namens mijn vrouw, de Directie, Mej. Heijnen,
heren chefs, alsmede mijn collega's en alle anderen voor de betoonde be
langstelling en het medeleven tijdens mijn landurige ziekte,
F. K. Ascherman, tekenkr. M. B.
Hierdoor betuigen de gepensionneerden van de Werf Gusto hun harte
lijke dank aan de Directie en Mej, Heijn'en voor de brandstoffen, die zij
mochten ontvangen. De Gepensionneerden.
Vanaf deze plaats betuigen wij onze hartelijke dank aan Directie, chefs
en collega's voor de cadeaux, bloemen en blijken van belangstelling, die
wij bij ons huwelijk mochten ontvangen. G. Heijmans.
W. Heijmans-Ruseler.
Ondergetekende betuigt langs deze weg zijn hartelijke dank aan allen,
die hebben medegewerkt aan het mooie cadeau, dat hij bij zijn pension
nering mocht ontvangen. f. H. de Ruiter.
Hiermede betuig ik, mede namens mijn vrouw en mijn zoon, mijn harte
lijke dank aan de Directie, Mej. Heijnen, chefs, bazen en collega's voor
de vele blijken van medeleven, tijdens de ziekte van mijn vrouw en mijn
zoon ontvangen. M. Kievit.
Ondergetekende betuigt hierdoor, mede namens zijn echtgenote en kinde
ren, zijn hartelijke dank aan de Directie, de heer Vart Wieringen, Mej.
Heijenn, bazen, lassers en anderen, voor de mooie cadeaux en bloemen,
die hij bij zijn zilveren huwelijksfeest mocht ontvangen. C, J. Kok.
Hij leest nooit eens in „Het Zeskant";
Och, wat heb je daar nu aan?
Wat gaat ons van and're werven
Nu het doen en laten aan?
Een diploma of een cursus,
'k Geloof niet, dat hij daar om geeft.
En hij kan het maar niet snappen,
Waar zijn makker zo naar streeft!
Om nog verder iets te leren,
Is voor hem beslist geen vraag;
Maar wel vindt hij voor zijn arbeid
Het ontvangen loon te laag.
Al zijn chefs, vooral de bazen.
Vindt hij ouderwets en dom,
Want ze praten, wat hij recht vindt,
Immers altijd toch weer krom?
Maar voor voetbal en de sporten
Heeft hij razend veel verstand,
Want hij leest toch vast en zeker
Steeds de Maandagochtendkrant!
Zo leeft hij dan steeds maar verder;
Dit is alles, wat hij biedt;
Steeds maar klagen, altijd kank'ren,
Want iets anders kan hij niet!
v. B.
(0) 169
