ITALIË BESTELT
Voor 1922 hadden de I.H.C.-werven ook meermalen voor Italië gebouwd.
Dat spreekt eigenlijk wel vanzelf. In de goeie oude tijd wilde ieder land
wel baggeren en als het even kon, moest Holland leveren wat aan molens
en zuigers nodig was.
Maar in Italië kwam een tijdlang een bewind, dat onze oude beproefde
samenwerking niet zo begeerde en toen daar na de oorlog eenmaal voor
goed een eind aan gekomen was, bleek het land zo geleden te hebben, dat
wederopbouw een haast hopeloze taak scheen.
Toch pakte men aan en zo gingen er de gedachten ook weer uit naar
baggerwerken en baggerschepen. En gelukkig wist men nog terdege wie de
oude werktuigen gemaakt hadden en waar de bouwers ervan op hun nieuwe
adres woonden.
En zo is toen als eersteling de ,,SILM (CO. 291) ons opgedragen; zie
maar de heugelijke tijding in ons blad van April 1953. Vanzelf was dat
nieuwe begin voor de I.H.C. aanleiding om ook andere Italianen nog
meer naar wens in te lichten, en dat geduldwerk is niet tevergeefs geweest.
Een tweetal mooie opdrachten is het resultaat, de CO s 339 en 343, die
reeds enkele maanden geleden binnen kwamen, maar nog geen vermelding
in ons blad konden vinden.
CO. 339. Dit is een stationnaire cutterzuiger, die eigenlijk voor een
Afrikaanse maatschappij wordt gebouwd. Het wordt een schip van
57 x 13x 3,75 m. De hoofdgeneratoren worden aangedreven door GMC
motoren; de cutter, de zandpomp, de spudpalen, de lieren, enz. worden alle
electrisch bediend. Het schip wordt geheel voor tropisch klimaat ingericht.
Voorts wordt medegeleverd een drijvende persleiding van 400 m en een
walleiding van 500 m lengte. Verschure bouwt het schip, dat in de zomer
van het volgende jaar klaar moet zijn. LSZ maakt de leidingen en omdat
de leidingen ter plaatse gereed moeten liggen als de zuiger er aankomt,
rekenen we op levering van de leidingen in het voorjaar van 1956.
CO. 348, Een flinke hopperzuiger, die aan het achterschip kan zuigen
met een normale zuigbuis of met een flexible zuigbuis. In het eerste geval
kan ook met een cutter gewerkt worden. De buninhoud van 1200 nr* kan
gelost worden door zeven stel bodemkleppen.
Het wordt een stoomschip met twee 3-vuren ketels en twee triple machines
van ca. 600 pk.
Dit schip wordt eveneens door Verschure gebouwd, terwijl sommige onder
delen in Italië vervaardigd worden. De levering zal ook in de zomer
van 1956 moeten plaats hebben.
Beide opdrachten doen ons hopen, dat we ook in de toekomst gelegenheid
zullen krijgen aan Italië onze ervaring en arbeid te verkopen. J. K.
129