m.s. „GVARDEYSK"
TEWATERLATING
C.O. 262
Vrijdag 14 October was de dag aangebroken, dat de laatste van de serie
van vijf voor Rusland in aanbouw zijnde viskoelschepen bij ,,De Klop"
te water gelaten kon worden.
Op deze nevelige herfstdag had zich reeds een talrijk publiek op de werf
verzameld, toen de Directie met genodigden zich naar het podium begaven.
Mevrouw Matiuchin, echtgenote van de hoofd-inspecteur, die belast is
met het toezicht op de bouw van deze serie schepen, verrichtte de doop
plechtigheid.
Precies op het tijdstip van de kentering van het getij geeft de Rijkswater
staat het teken, dat de scheepvaart op de rivier is stilgelegd en even later
klinkt het eerste commando van de werfbaas. Na het tweede commando
worden alle keggen met donderend geraas onder de romp weggeslagen en
de fles champagne slaat schuimend tegen de boeg kapot. Eén stopping is
nog weerbarstig en tracht de menselijke kracht te weerstaan, doch te ver
geefs. Het schip zet zich langzaam in beweging en allengs sneller gaat de
„Gvardeysk" haar element tegemoet, het achterschip raakt het water, dat
schuimend omhoog spat en luttele momenten later kraken de goten en sleden
nog even onder de boeg. Het schip duikt dan in het water; het lijkt wel of
ze nog even een diepe buiging maakt voor het haar nastarende publiek.
Daarna wordt de kop fier opgericht, ten teken dat zij nu in haar element is.
Staaldraden en kettingen trekken zich nu strak en de snelheid wordt zo
sterk afgeremd, dat binnen enkele tientallen seconden de vaart er geheel uit
is. Een tweetal sleepboten ontfermen zich dan over de ca. 1800 ton
wegende stalen kolos om deze in de werfhaven te slepen voor verdere
afbouw. In vaktermen gesproken: „Met goed gevolg te water gelaten".
Kort voor de tewaterlating werd van de N.V. Nederlandsche Spoorwegen
bericht ontvangen, dat gunstig werd beschikt op ons verzoek om t.z.t. een
deel van de Baanhoek Spoorbrug over de Merwede te mogen verwijderen
voor vrije doorvaart naar zee. Dientengevolge kan het schip aan de werf
geheel worden afgebouwd. B. (De Klop)
130
(Vervolg Algem. Ged. op blz. 131)