„ZELENOGORSK" - C.O, 259 waarneming, intellect, arbeid. Ze geldt ook voor de splitsing en synthese der „stoffenatomen, electronen en hoe ze heten mogen. En Philips zelf zegt in het Voorwoord van zijn boekje: het Electrische Tijdperk ligt achter ons. Nu staan we op de drempel van een nieuw: het Electronische Tijdperk. Na de radio en de radar, Röntgen- en rekenwon deren, staat het electron nu op het punt ook in de industrie een omwen teling te weeg te brengen, omdat het de zintuigen: gezicht, gehoor en ge voel kan vervangen. Het kan denken, testen en regelen, wegen en meten, toezien, waarschuwen en sturen. Dit is geen dagdroom en geen ijdele profetie. De mens gaat voort... moet voort... wordt voort gedreven. Grote geleer den huiveren bij de gedachte wat gebeuren kan... Maar in Genève werd er dan toch over gepraat hoe atoom-energie de mens ten nutte kan zijn. PROEFTOCHT EN OVERDRACHT VISKOELSCHIP Na een onder gunstige weersomstandigheden geslaagde technische proef tocht van 4 dagen op de Noordzee (1821 november 1955) is het door onze vennoot De Klop gebouwde viskoelschip „Zelenogorsk" op 30 novem ber daaraanvolgend aan de opdrachtgevers overgedragen. Vier dagen na dien is het schip van Rotterdam naar haar bestemmingshaven vertrokken. Wij hadden ons voorgesteld U een verslag te geven van de vierdaagse zeereis, welke met dit schip gemaakt werd. Wij zouden dan echter geheel in herhaling moeten vallen van het in het septembernummer van 1955 opgenomen verslag van de proefvaart met de GO 259, welke door Ver- schure werd gebouwd. Het enige verschil bestaat hierin, dat de CO. 259 voor de eerste maal te Hoek van Holland de neus buiten de pieren stak, terwijl de CO. 258 hiervoor IJmuiden heeft moeten kiezen. Kortheidshalve verwijzen wij U dus voor het proeftochtverslag naar de pagina's 106 t/m 108 van de vorige jaargang. Wij plaatsen hierbij nog een mooie foto van de „Zelenogorsk" met op de achtergrond de machtige kraanarmen van het Rotterdamse havenbedrijf. B. (De Klop) »h ff 11

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Het Zeskant | 1956 | | pagina 27