<:~Vlieuwjaar 1956
De maand December ligt achter ons. December; de maand van de feesten:
Sint Nicolaas, met de geschenken en verrassingen; Kerstmis, met de kerst
boom en de lichtjes; Oudejaar, met de oliebollen en appelflappen. Allemaal
feesten van intieme, huiselijke aard; feesten, die in de donkerste tijd van
het jaar vallen.
En dan komt de Nieuwjaarsdag, die naar ons gevoelen een heel ander
karakter heeft.
De Nieuwjaarsdag heeft niet het huiselijke karakter van de December-
feestdagen. Het is niet de afsluiting van een voorbijgegane periode, maar
het begin van een nieuw tijdperk, dat we ingaan en waarvan we nog niet
weten, wat het ons brengen zal.
Voor velen is het afgelopen jaar misschien een teleurstelling geweest; goed
we zetten er op Oudejaarsavond een streep onder. Voor anderen is het
een goed jaar geweest, maar ook daar wordt op 31 December een streep
onder gezet. Het oude jaar is als de boekhouding van een zakenman. De
balans wordt opgemaakt; we blikken terug naar wat bereikt... en niet be
reikt werd. Maar hoe het resultaat ook moge zijn; de boeken worden
afgesloten.
Nieuwjaar! Het nieuwe jaar breekt aan en we zouden het willen vergelij
ken met het splinternieuwe kasboek van de koopman. Er staat nog niets
in, het is nog geheel blanco. En wat zal er in komen te staan?
Geen mens, die het zeggen kan. De koopman kan er niettemin wel enige
invloed op uitoefenen. Als hij voorzichtig inkoopt en voor een behoorlijk
afzetgebied zorgt, heeft hij een grote kans, dat hij op 31 December van
dit nieuwe jaar een tot tevredenheid stemmende balans zal kunnen opma
ken. Maar volkomen in de hand heeft hij het niet; er kunnen tegenslagen
komen, die hij niet kan voorkomen; er zijn misschien ook wel meevallers,
waarop hij niet heeft kunnen rekenen.
Wat zal er in 1956 in het boek van ons leven worden geschreven?
We weten het niet. Geen mens, die het vooruit kan zeggen. Maar de mens
heeft er toch wel enige invloed op.
Als de mens het jaar 1956 ingiaat met het vaste voornemen dat jaar als
een goed en waarachtig mens te leven, dan is er al veel gewonnen. Wat
heeft de mens nodig om aan het .einde van het jaar 1956 een bevredigende
balans op te maken? Hij moet tevreden kunnen zijn.
Nu zal men zeggen, dat de één tevreden zal zijn met een tientje per week,
(0) 1