PROEFTOCHT EN OVERDRACHT VAN
HET VISTRANSPORTSCHIP „BALTIJSK"
(C.O. 261)
Op vrijdag 5 augustus 1955 werd bij Verschure het Russische Vistrans-
portschip „Baltijsk te water gelaten en zo ongeveer half november werd
overeengekomen, dat de proeftocht omstreeks 15 december zou plaats
vinden. Dus in een periode van ruim 4 maanden moest het schip geheel
gereed zijn.
De proeftocht kon zelfs een paar dagen eerder beginnen en wel op maan
dag 12 december. Als men nu even nagaat, dat voor de afbouw van de
„Svetlogorsk (CO. 258) ongeveer 11 maanden nodig waren, dan mogen
wij van deze plaats aan allen, die aan de afbouw van de „Baltijsk" heb
ben gewerkt, voor deze prestatie toch zeker wel een woord van dank
brengen.
Op die bovengenoemde 12de december werden in de vroege morgen de
diverse Verschuremensen en de Russische opzichters uit Amsterdam van
hun woningen gehaald om zodoende om ongeveer 6.45 uur op de Scheeps
werf aanwezig te zijn. Het benodigde buiten de stad wonende personeel
was reeds de avond te voren aan boord gekomen. De „Baltijsk" was keu
rig afgeschilderd en schoongemaakt en door het licht vriezende weer waren
de loopbrug en dekken helder wit.
Om ca. 7.20 uur trokken de sleepboten van de Rederij Goedkoop het schip
van de wal en hiermede nam door het Noordzeekanaal het eerste deel van
de proeftocht een aanvang en bereikten wij, behoudens een kleine storing,
om ca. 9.30 uur de sluizen van IJmuiden. Tijdens deze vaart had het
personeel van Werkspoor de torsiediagrammen genomen.
Het verblijf in de sluizen duurde wat langer dan normaal, omdat eerst het
nodige ballastwater bijgepompt moest worden. Dit was daarom noodzake
lijk, omdat de diepgang van het schip opgenomen moest worden en men
dit in de sluizen heel wat eenvoudiger kan doen dan in volle zee, waar men
toch moeilijk even kan afstappen om aan de buitenkant van het schip te
gaan kijken.
Om ca. 11 uur werd tussen de pieren naar buiten gevaren en eenmaal in
volle zee zijnde, werd direct met de diverse proeven begonnen, zoals 1 uur
varen met 50%, vervolgens 2 uur varen met 75% en tenslotte varen met
100% van het toerental van de hoofdmotor, start- en stopproeven, achter
uit varen, beproeving van de handstuurinrichtingen en de ankerlieren.
Tijdens deze beproevingen begonnen plotseling de fluit en de alarmbellen
met tussenpozen veel lawaai te maken en dit betekende „sloepenrol".
Hard naar de hutten hollen, zwemvesten pakken en aandoen en opstellen
bij de reeds eerder aangewezen reddingssloepen. De meesten hadden er
nogal wat moeite mee, om de zwemvesten op de juiste manier aan te
doen, maar uiteindelijk werd toch alles in orde bevonden. Inmiddels ver
streek de dag en begon men om ca. 18.45 uur met de 36-uursproef, waarin
tevens het varen van de gemeten mij! achter Texel begrepen was. De
eerste run op deze gemeten mijl begon dinsdagmorgen 9 uur en de laatste
eindigde om ongeveer 12 uur. Daarna werd, om de rest van de 36 uur
vol te maken, in de richting van Zeeland gevaren. Zoals later vernomen
werd, zag de fotograaf, die voor ons altijd voor de foto's zorgt, tot zijn
verwondering, het schip zo maar zee kiezen, zonder dat hij gewaarschuwd
was. Ondanks dit alles, kwam hij evengoed met mooie foto's thuis. Dat was
22