^«1
MET DE GRIJPERHOPPER „S.D. KARNAFULI"
VAN AMSTERDAM NAAR CHITTAGONG
(C.O. 295)
Na de laatste drukke dagen bij Verschure, in verband met het zeeklaar
maken, het provianderen enz., vertrokken we de 23e augustus van het
vorig jaar van de machinefabriek met een bemanning van 14 koppen naar
de kompasboei in het „IJ" voor het nastellen van het kompas. Bij dit na
stellen van het kompas kwamen in 't begin enkele moeilijkheden voor de
dag. Deze stonden hoofdzakelijk in verband met het voorbij het kompas
draaien van de gieken der grijperkranen. Maar toen uiteindelijk alles in orde
was bevonden, gingen we naar de B.P.M. om brandstofolie te bunkeren.
Daar werden de bunkers evenwel zo vol gepompt, dat de olie zelfs de
ontluchtingspijpen uitvloog. Hierdoor raakte het dekpersoneel in een „reuze"
stemming, want vanzelfsprekend bleef het houten dek ook niet voor de
olie gespaard waardoor het voor hen natuurlijk „schuren" was geblazen.
Dit was op zichzelf al een fraai begin van onze reis en U had het eens
moeten zien, die mensen zo achter elkaar op het houten dek zittend met
een doodgewone baksteen in hun handen en maar „schuren". De prijzens
waardige woorden aan en dito wensen voor het machinekamer-personeel
die men bij dat karweitje uitte, zijn nu niet bepaald voor publiciteit ge
schikt, zodat ze hier maar achterwege gelaten zullen worden. Het geluk
kigste van dit alles was evenwel dat er ook niet één van hun wensen in
vervulling is gegaan. In het laten overlopen van oliebunkers scheen het
15