HET TEAM EN DE SPELERS
Geen mens of hij moet een groot heilige of dichter zijn kan de
absolute eenzaamheid verdragen. Iedereen zoekt contact met anderen,
knoopt vriendschap aan of wordt lid van een vereniging. Het is niet
mogelijk alléén door het leven te gaan, zonder dat men zich ook maar
op een enkele wijze met een ander mens of een groep verbonden voelt.
Mensen willen tussen andere mensen wonen, willen met anderen werken.
Wie zou er voor voelen om alleen in een hutje op de hei te gaan wonen
en daar zwijgend zomer en winter zijn werk te doen? Hij, die geen
mensenhater is, heeft graag medewerkers. Mensen, met wie hij zich onbe
wust verbonden weet door zijn werk. Met wie hij over een moeilijke
opdracht kan praten, die hem als mede-vakman waardeert, en met wie
hij prettig samen kan werken. De arbeid legt deze band. Zoals wij reeds
zagen, maakt hij de mens tot volwaardig lid van de maatschappij. De
werkende mens staat niet onverschillig langs het lijntje bij de wedstrijd
die het leven toch is. Hij doet mee, hij voelt zich een lid van het team.
Nog sterker geldt dat in het bedrijf waarin de mens werkt. Als hij
tevreden is over zijn prestaties, als hij zich op zijn gemak voelt en
de fabriek niet als een gevangenis beschouwt, dan gaat hij ongemerkt
praten over: „Onze fabriek, ons bedrijf, of: bij ons is iets gebeurd". Hij
voelt de binding met de mensen, met wie hij dagelijks omgaat en hij
probeert een bruikbaar lid van die kleine gemeenschap te zijn. Hij staat
niet alleen. Niemand zou het prettig vinden, wanneer die door het werk
gevormde banden ineens zouden worden doorgesneden.
Wat dat betreft is het bij het werk precies als bij de sport. Het team
is zeer belangrijk, zonder samenwerking bereikt geen enkele club ook
maar enig resultaat. Maar dat mag nooit ten koste zijn van het individu,
van de personen afzonderlijk. Ieder van hen moet de gelegenheid hebben
zich te ontplooien. De persoonlijkheid mag nooit en te nimmer in het
nauw gebracht worden. In een groot bedrijf, waarin duizenden mensen
samenwerken, kan ogenschijnlijk het handhaven van dit laatste wel eens
(0) 17