Gedurende de hele reis was de stemming aan boord uitstekend en het werk
van de kok zelfs nog beter.
Deze kok was voor ons een begrip geworden. Om gedurende zo'n reis
14 zeerovers van voedsel te voorzien en dat alles uit blik, zonder dat er
muiterij ontstaat, is toch wel iets heel bijzonders. Maar onze kok redde
het op voortreffelijke wijze.
In Djibouti was onze dierenkenner, Kapt. de Jong Luneau ons opgetogen
komen vertellen dat hij twee vrouw-schapen had gekocht, zodat wij ge
durende de oversteek van de Indische Oceaan van verse boutjes zouden kun
nen genieten. Dat er uiteindelijk twee man-geiten aan boord kwamen deed
de zaak geen schade, zodat wij daarvan dan maar heerlijke carbonaatjes
hebben gegeten. Voor het evenwel zover was en deze beestjes voor ons
diner tot kleinere afmetingen teruggebracht zouden worden, bleek plotseling
dat onze veel geprezen kok geen bloed kon zien. Goede raad was duur,
maar een olieman die volgens zijn zeggen op een abattoir had gewerkt
(volgens ons beslist niet meer dan als loopjongen) zou deze man-geiten
wel even volgens de regelen der kunst slachten. Er is inderdaad geslacht
en er moest veel water over het dek gaan om dit weer in een behoorlijk
toonbare staat te krijgen. Hoe dit allemaal gegaan is komt er hier feitelijk
minder op aan, maar wel kan ik U laten weten dat de geite-boutjes heel
lekker waren.
Verder was onze kok een reuze artist in het maken van taarten. De mees
ten van ons hielden nu niet bepaald van „zoet", maar suiker... daar
waren ze allemaal gek op. De grote moeilijkheid was evenwel hoe je aan
een taart moest komen. Hierover werd op zeer voorzichtige wijze bij de
kapitein geinformeerd en kwam ik te weten dat deze lekkernij alleen bij
verjaardagen geserveerd werd. Het enige wat er dus opzat was, hoewel het
nog lang niet zover was, jezelf maar jarig te verklaren. En dat lukte ook
nog. Wat een feestdag is dat geweest. De hierna te noemen cadeaus wer
den door mij zonder gewetensbezwaar in ontvangst genomen t.w. van de
kapitein een fles wijn, van de fa. Wijsmuller, eveneens via de kapitein,
2 kruiken jenever, van diverse leden van de bemanning een doosje ciga-
retten of een flesje bier en van de kok.een heerlijke taart, 's Middags
op ons borrel-uurtje werd van het een en ander gezamenlijk genoten en
vooral voor de taart hadden de heren een speciale attentie ook al omdat
ze niets om „zoet" gaven. Wat hebben we van de taart gesmuld, doch
met grote tegenzin (hm!).
Men heeft nog eens geprobeerd deze stunt uit te halen, doch dank zij onze
slimme le stuurman ging die vlieger voor de tweede keer niet op, omdat
hij die geannonceerde verjaardagen enigszins verdacht vond, raadpleegde
hij de monsterrol en daarmede viel ik tevens prompt door de mand. Over
mijn schandelijk gedrag werd scheepsraad gehouden en ik werd veroor
deeld tot vastnagelen tegen de mast en vijftig slagen met de staart met
negen knopen. Het enige voorrecht dat ik bij deze afstraffing ondervond,
was dat we gelukkig in het jaar 1955 leefden, anders had het er voor mij
heus niet zo fraai uitgezien.
Na de oversteek in Colombo wederom gebunkerd te hebben, zouden we
nu dan nog even de laatste 1200 mijl nemen, wat ons heus niet zo inge
wikkeld leek, omdat we toch al 7000 mijl er op hadden zitten.
36