In de eerste jaren na de oorlog stichtte de I.H.C. Holland haar eigen labo ratorium, dat onder andere een installatie heeft om hoppers en een tank om sleepkoppen te testen. Hier verricht de I.H.C. wetenschappelijk onderzoek naar de verrichtingen van allerlei onderdelen in baggerwerk en naar het gedrag van de in de constructies toegepaste materialen. Maar wanneer er zich maar een gun stige gelegenheid voordoet, zal een ontwerper van baggermaterieel altijd trachten vast te stellen hoe zijn berekeningen zich verhouden tot de cijfers, die in de praktijk ontmoet worden. Dat is niet iets van de laatste jaren. Kort voor de oorlog bouwde een van de vennoten de zeewaardige tinmolen „Karimata" voor Indonesië. Deze „Karimata" werd enige tijd gebruikt om bij Terschelling naar de overblijfselen van de „Lutine" te baggeren Dit schip voer weg uit Yarmouth op de 9de oktober 1799 met een lading gouden munten en staven, geschat op ongeveer 15.000.000 gulden en verging die zelfde nacht op een zandbank bij het eiland Terschelling. Alle opvarenden, op één na, kwamen om. In de daarop volgende jaren waren verscheidene pogingen gedaan om deze waardevolle lading met allerlei vernuftige middelen te bergen. Nu ging ook de „Karimata" daar aan het werk. Dit verschafte een buiten gewone gelegenheid om waardevolle inlichtingen te verkrijgen door voort durend de werkelijke spanningen, die de molen tijdens haar werk onder vindt, te meten. Toegegeven; in de omtrek van het wrak verschillen de omstandigheden belangrijk van die in de tin-winning in Indonesië. In Indonesië mag men verwachten dat de baggermachine op boomstronken of stukken rots stoot, maar hoewel men niets van die aard bij de kust van Terschelling vindt, zijn er toch stukken beton en de resten van de „Toren van Becker", een stalen bouwsel dat gebruikt was in de vorige poging om de ,Lutine"-schat te bergen, opgebaggerd. Het wrak van de „Lutine" zelf bood geen moeilijkheden, aangezien het houtwerk dermate vermolmd was, dat het zijn weerstand had verloren. Men achtte dit verschil in werkomstandigheden van geen direkte betekenis voor het technisch onderzoek, aangezien er alle reden is om aan te nemen dat de maximum-belasting, optreedt als de emmerketting tijdens het werk vastloopt, hetgeen herhaaldelijk gebeurde. Daarbij is het interessant op te merken dat de krachtmetingen duidelijk

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Het Zeskant | 1956 | | pagina 26