Archipel. Het is dus een plant voor het tropische aquarium; ze verdraagt vrij veel schaduw, maar heeft op de duur toch wel een vrij krachtig diffuus licht nodig. De C.cordata en de C. Griffithi zijn nauwelijks te onderschei den, de eerste vertoont echter gele, de tweede bruinrode bloemen; beid^! hebben vrij brede bladeren. De C.Beckettii en de C.ciliati hebben beide bladeren met golvende randen aan de smallere bladeren. Ze groeien wel in zand, doch beter als de wortels wat aarde hebben. Sommige hebben een weinig rood in het blad (onderzijde), behalve de C.Beckettii, die zuiver groen is; deze laatste is van klein formaat en dus zeer geschikt voor kleinere bakken. 2. Salvinia Natans. Deze vlotvaren komt ook in het koude aquarium tot haar recht. De fijne afhangende draadjes van de vergroeide bladeren, die onder water groeien, doen aan wortels denken. Hierin kruipen de oppervlaktebewoners graag weg en velen leggen er hun eitjes. Afkomstig uit Azië en het minder koude deel van Europa, is het een zeer decoratief varentje, dat ook in het tropisch aquarium gedijt. Salvinia auriculata komt uit Zuid-Amerika. 34 Azolla Caroliana. De naam verraadt al de afkomst uit Amerika; wordt bij krachtiger licht rood en verdraagt afdekking slecht. Kroosvaren vermeerdert zich door sporen en verdraagt de lagere temperaturen in het koude aquarium. 4* Riccia fluitans. Het watervorkje behoort tot de mossen en heef stengel noch wortels. Het is zo fijn, dat algen het kunnen verstikken, tenzij de slakken het schoon houden. Er komt ook een landvorm van voor. Als de omstandigheden- gunstig zijn groeit het zo hard, dat we moeten ingrijpen wil men niet de gehele oppervlakte bedekt zien. Het watervorkje ruimt het kaamvlies (de vetlaag") grondig op; het levert veel zuurstof en biedt daardoor gelegen heid aan sommige vissen om kuit te schieten. 5. Hygrophila polysperma. Dit is een vrij recente aanwinst. Na de oorlog hebben Amerikaanse mili tairen het medegenomen naar hun vaderland, toen ze uit het Verre Oosten terugkeerden. Ze bleken een mooie plant voor het aquarium te hebben gevonden en van Amerika uit veroverde het de oude wereld. Het heeft behoorlijk sterk licht nodig om zich tot een sterke plant te ontwikkelen. 6. Ceratophyllum demersum. C.demersum en C.submersum, het gedoomde en het ongedoornde hoorn- 62 (01

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Het Zeskant | 1956 | | pagina 20