Haven van ^Willemsstad Vlaggesein op voor We passeren de schipbrug
binnenkomst Curagao te Willemsstad
besluiten voorlopig met beide motoren te blijven draaien, totdat we ver
genoeg uit de kust zijn.
En zo huppelen (varen is dit niet meer) we de Noordzee uit en het Kanaal
in. Volgens de Engelse weerberichten is er overal storm en nog eens storm.
Als we het Kanaal uit zijn, begint het pas echt gezellig te worden; de
zware rollers van de Oceaan komen hier in alle geweld op ons aanstormen.
Maar onze trouwe „SMIT-BOLNES" motor blijft de schroef maar rustig
rondmalen en het regulateurtje werkt prima, zodat we niet aan het manoeu-
vreerwiel behoeven te hengelen.
Na tien dagen van slecht weer lopen we de Canarische eilandengroep aan
en beginnen we beter weertje te krijgen.
Zo varen we met een kalm zeetje en wind achter ons aan de Atlantische
Oceaan over. We krijgen weer overal zin in; aan dek wordt roest geschrapt,
gemenied en alles gedurende de overtocht netjes geschilderd. Zelfs onze
kok krijgt weer zin om wat extra's te maken bij de koffie, borrel en thee.
Maar o wee, tegen dat we de Caraïbische Zee naderen blijkt onze voedsel
voorraad aan de krappe kant geweest te zijn. Er wordt scheepsraad gehou
den, waarin onze kapitein De Jong-Luneau dit uiteenzet en daarmee gaan
we dan een kapucijner- en havermouttijdperk in.
Maar ondanks dit alles bromt onze „SMIT BOLNES" genoeglijk door en
stuwt de „HAM 302" rustig naar z'n einddoel.
De 17e januari 1956 s middags om 12.00 uur lopen we dan Willemstad,
de haven van Curasao, binnen. Aldaar staan alle baggeraars (op 4 na,
die zijn bij ons aan boord) al klaar om het schip over te nemen van de
bemanning, die het schip daarheen gebracht hebben.
Drie dagen verblijven wij daar en benutten die tijd om enige kleine
reparaties te verrichten en het schip bedrijfsklaar te maken.
De 21ste januari vertrekken we weer om de andere dag op de rede van
Maracaibo in Venezuela aan te komen.
De volgende dagen gebruiken we om alles nog eens te beproeven en te
testen, waarna we proef gaan zuigen. Op een paar kleine ongeregeldheden
na, verloopt ook dit prima. Na enige dagen gaan we dan in aktieve dienst
en de havenautoriteiten blijken zeer tevreden over het werk, dat de „HAM
302" verzet.
En als laatste wil ik besluiten met een speciale hulde aan de machine
fabriek van LSZ voor de prachtige motoren aldaar in elkander geknutseld
en welke hier zo zwaar beproefd worden, en het weten te verwerken.
Eveneens hulde aan de tekenaars, scheepsbouwers en aan anderen, waar
door dit schip is tot stand gekomen.
Moge het zijn bijdrage aan de faam der Hollandse Industrie in den vreemde
hoog houden en speciaal die van de IHC-Holland.
Maracaibo. april 1956. T. M. V. (LSZ).
60