PROBEER HET De mensheid heeft in de loop van haar ontwikkeling zeer veel tot stand gebracht; onnoemelijk veel. Zien we alleen eens naar het stoffelijk welzijn dat tot heden is bereikt. Ongetwijfeld is het nog slechts gering in vergelijking tot wat latere eeuwen te zien zulen geven, maar toch is het al heel veel. Duizenden en duizenden ontdekkingen zijn er voor nodig geweest, en duizenden en duizenden uit vindingen. En dat alles moet uiterste inspanning aan menselijk denken en menselijke wil hebben gevergd. Wij zijn gemakkelijk geneigd, dat niet op volle waarde te schatten. Vooral geldt dat voor zeer oude vindingen. Zozeer zijn ze de grondslag geweest voor talloze andere, dat we ze van lieverlede tot een geschenk der natuur zijn gaan rekenen en er geen flauw besef meer van hebben, welk een hevig denken er voor vereist moet zijn geweest. Hoe moeilijk ook het schijnbaar eenvoudige is, laat zich door voorbeelden overvloedig tonen. Noemen we het wiel; een plat, rond voorwerp, in het midden doorboord, dat tot een enorme besparing van krachtverbruik leidde. Ogenschijnlijk heel eenvoudig en toch moet in de geschiedenis der mensheid de zon al vrij hoog aan de hemel hebben gestaan voordat iemand op het denkbeeld kwam. En als we vernemen, dat de Indianen het gebruik van het wiel nog niet kenden toen aan het einde der 15e eeuw de Europeanen tot Amerika doordrongen, dan beseffen we ineens pas duidelijk hoe groots die vinding wel was. Denken we verder aan het gebruik van trekdieren. Reeds vroeg in de geschiedenis zijn hiermee proeven gedaan, maar het heeft lang geduurd alvorens het tot een ruime toepassing is gekomen. Reden: door een ondoel matige voorspanning der dieren woog hun trekkracht niet op tegen het voedsel dat zij nodig hadden. Eerst diep in de Middeleeuwen kwam men op de gedachte van het halster zoals wij dat ook thans nog kennen, en pas toen was het vraagstuk opgelost. Noemen we tenslotte, als derde voorbeeld uit talloze, het kompas. Magneetsteen was reeds in de Oudheid bekend, de magneetnaald eveneens. Meer vele eeuwen alweer moest het duren voordat is begrepen, tot welk ontzaglijk nut die naald, altijd in dezelfde richting wijzend, wel kon strekken. Pas in de 13e eeuw, door het kompas met zijn vrij hangende of vrij drijvende magneetnaald, kon men zich ver uit de kusten wagen; kon de echte zeevaart beginnen en de wereld worden ontsloten. Neen het is ons niet cadeau gegeven. (0) 65

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Het Zeskant | 1956 | | pagina 7