BEPROEVING C.O. 314 Hoog doen de golven, opgestuwd door een straffe N.O. wind, het boeg water van een kleine sleepboot opspatten. Het is koud en regen en hagel wisselen elkaar af. Maar het bootje, de haven van Moerdijk achter zich latend, koerst over het woelige water van het Hollands Diep in de richting van Willemstad. Als af en toe de zon doorbreekt, steekt het gele riet op de noordelijke oever scherp af tegen de donkere lucht. Hier en daar liggen scheepjes. De zandschippers, moeizaam ploeterend met een zandknijper, vullen de laadruimen. Het tafereel wordt nog geaccentueerd door moderne bagger- werktuigen. Heel in de verte ter hoogte van Klundert, verheft zich een spudpaal van onze cutterzuiger hoog in de lucht en om deze is het ons te doen; de cutterzuiger ,,Jan Verstoep" ligt gereed voor beproeving. Dichtbij ge komen is het werktuig toch maar klein op die grote watervlakte. Op deze plaats moet zich keileem bevinden, waarop de cuttermotor zijn krachten kan proberen. Na een poosje waterdraaien wordt het sein gegeven voor de start. De cutterladder zakt tot 7 a 8 m diepte en de volle motorvermogens worden op cutter en baggerpomp losgelaten. Al direct gevoelen we aan het sidderen van de hoofdponton dat de cutter „beet" heeft. De enorme waterstraal, die het eind van de persleiding verlaat, verandert nu ook in een roodbruin kleurig veenmengsel en gaat dan over in groene keileem concentratie. Tonnen keileem worden, al zwenkend van bakboord naar stuur boord, door de machine-installatie, die een plaats heeft in de kleine hoofd ponton van 33 m lengte en 4.95 m breedte, losgesneden, opgezogen en weggeperst. Voorwaar, de „Jan Verstoep" blijkt een niet te onderschatten mededinger onder zijn veel grotere collega's te zijn. Vermeldenswaard is ook de kleine doorvaarbreedte van 5 m, die de zuiger in gedeeltelijk gedemonteerde toestand nodig heeft. De zijpontons, waarmede de zuiger een breedte van 8.50 m heeft, kunnen te water gemakkelijk worden weg- 67

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Het Zeskant | 1956 | | pagina 3