Wal moet dat mui met zoon Jan
Dit is weer de tijd van examens en... moeilijke beslissingen. In tal van
gezinnen wordt weer zwaar geboomd over de vraag, wat zoon Jan of
dochter Ans, die de lagere of middelbare school achter de rug hebben,
zullen moeten gaan doen. Bedrijfsleven? Kantoor? Handel? Verder studeren?
Er wordt gewikt en gewogen en helaas spreekt de financiële toestand van
de de ouders vaak een hartig woordje mee bij het bepalen van wat de
kinderen zullen worden. IVIaar ook zonder dat is het voor velen een vraag,
die hun zwaar op de maag ligt. En hoe vaak lost men die dan niet op
door eenvoudigweg te zeggen „In dat vak is het meest te verdienen,
dus moet Jan dat maar eens proberen. Dan kan hij altijd een flink belegde
boterham verdienen". Of men redeneert aldus: „Oom Gerrit heeft het als
kleermaker ook ver gebracht, en dus kan onze jongen het óók wel".
Andere ouders laten zich bij hun beslissing helemaal leiden door de soms
erg vage ideeën van hun spruit, die romantische dromen koestert over
ingenieur, dokter of advocaat worden, en, als zij het kunnen betalen,
vinden zij het erg prettig, dat hun jongen zo iets wil. Nog heel vaak
gebeurt zo iets ook omdat het wel „deftig staat en redeneert men als
volgt: „Neef Fons heeft ook gestudeerd en dus wordt het tijd, dat wij
óók eens een bolleboos in de familie krijgen. Dus naar het gymnasium!".
Al deze beslissingen hebben iets tragisch. Ze falen op één punt, het
belangrijkste van allemaal: want er wordt hierbij geen ogenblik rekening
gehouden met de aanleg, het verstand en karakter van het „slachtoffer"
zelf. De allereerste vraag die bij beroepskeuze gesteld moet worden is:
„Waarvoor is Jan of Ans het meest geschikt?". Pas als daar een duidelijk
antwoord op gegeven is, kan men rustig een beslissing nemen.
Het is vreemd, maar in het algemeen wordt te weinig gedacht aan, zoals
dat heet, de „Verscheidenheid in het menselijke kunnen". Denkt U zich
dat eens in op sportief gebied. Wat zouden we schrikken als we in de
krant lazen, dat Fanny Blankers-Koen plotseling aan het voetballen was
(0) 77