(Vervolg Algemeen Gedeelte)
enkele baggermo
len of lepelbag-
ger, waarmee zij
het goudhouden-
de grind van de
beddingen der ri
vieren opschep
ten, waar dit te
voren onbereik
baar was. De
eerste lepelbagger
was een zeer een
voudig werktuig,
dat in zijn geheel
uit een kleine
ponton bestond
en een bok, waar
mee de paal waar
een zak aan bevestigd was, gehanteerd kon worden. De zak, die aan een
rond ijzeren frame werd bevestigd en aan het eind van de paal werd gebon
den of genageld, werd langs de bodem van de kreken en rivieren gesleept.
De paal werd aan het bovengedeelte van een tegengewicht voorzien om
de werkzaamheden te vergemakkelijken en de zak werd in sluisjes aan
boord geledigd of met de hand in gewone goudzeven gewassen. Oor
spronkelijk werden de lepelbaggers allen met de hand bediend, maar
later werd de kracht van de waterstroom ingeschakeld om de machines
aan te drijven.
Al in 1867 werden er in Otago, Nieuw Zeeland proefnemingen gedaan met
d baggermolen om goud te baggeren. De energie voor deze bagger
machines werd geleverd door water-raderen
De eerste stoom baggermolen werd gebouwd in 1881, om op de Molyneux
Rivier, Nieuw Zeeland te opereren. Deze stoom baggermachines waren de
voorlopers van de huidige baggermachines, die ertslagen kunnen bewerken,
die zo ver beneden het wateroppervlak liggen, dat ze met andere methoden
onbereikbaar zijn.
Hoewel de goudbaggermachine het eerst met succes in Nieuw Zeeland
Goudmolen in aanbouw