het graven los van de bodem was gehouden. De baggerbaas en boven-
machinist zorgen ervoor dat de lepelsteel met de lepel schuin naar voren
stekend op de kanaalbodem komt te rusten, de achterspud wordt verticaal
aan de bodem gezet en de voorspuds worden opgetrokken, zodat het schip
weer drijft. Het schip ligt nu op twee punten „verankerd", vóór door de
lepel en achter door de spoorspud. De boommachine trekt nu langzaam
de lepelsteel bij wijze van ankerketting naar zich toe; de scharnierbare
achterspud komt schuin te staan en het schip gaat enige meters naar voren.
Dan worden de voorspuds weer aan de grond gezet; de achterspud opge
trokken; het schip opgedrukt op de voorspuds en alles is weer voor de
volgende snede gereed.
Alle grote lieren worden met lucht in- en uitgeschakeld en geremd, wat
een soepele en weinig lichaamskracht vragende bediening geeft.
Zoals wij in het begin reeds zeiden, wordt de lepelbagger veelal in rots
grond gebruikt. Dit schip wordt daarom tevens uitgerust met een 15 tons
breker van hetzelfde principe als reeds eerder onder andere voor de
Co 276 rotsbreker voor Brazilië werd toegepast. De lepel met de steel
wordt daartoe van de hijsdraden losgekoppeld en door de zogenaamde
backingrope achterwaarts tegen een aanslag op de giek vastgezet. De hijs
draden worden dan gekoppeld met het 15 tons volgewicht dat in een
geleidekoker verticaal op en neer kan gaan. Nu laat de baggerbaas het
volgewicht met de geleidekoker tot vlak boven de rotsbodem zakken en
begint dan met het volgewicht te „heien", waardoor de rotsen gebroken
worden.
U ziet, de lepelbagger is al met al een nuttig apparaat met diverse moge
lijkheden!
Er valt uiteraard nog veel meer over het geheel te vertellen: bijvoorbeeld
over de inrichting van het schip; het ponton; de ketel; de hulp werktuigen;
de manoeuvreerlieren; het verhalen van het schip tijdens rotsbreken enzo
voort, enzovoort. Maar dit artikel wordt dan beslist te lang en bovendien
te technisch. Wij zullen het hierbij dus maar laten!
Hoewel de huismoeders als ze dit verhaal gelezen hebben, zeker wel zullen
zeggen: „Geef mij maar de pollepel, dat is eenvoudiger en voor mij ook
een nuttiger apparaat", hopen wij dat we hiermede toch ook voor de
minder technische mensen een juiste indruk gegeven hebben van het
voor velen onzer weinig bekende werktuig; de lepelbagger!
Voor de belangstellenden nog even:
J. K. Smit maakt onder andere het ponton; de hijsstoommachine; de ach-
terspudlier, de manoeuvreerwinches, de voorspuds, dus hoofdzakelijk het
scheepsgedeelte; Conrad-Stork maakt onder andere de hijs- en voorspud-
lieren, de zwenklier, de giek met platform en boommachine, de lepelsteel,
de rotsbreker en het A-frame, dus hoofdzakelijk het baggergedeelte.
V. (Conrad-Stork)
105