TEWATERLATING „BENGAWAN" (C.O. 329) Het is zaterdagmiddag, 1 september 1956 en een met vlaggendoek versierd podium vóór een der hellingen van de Werf Gusto wijst er op, dat er weer een schip aan zijn element zal worden toevertrouwd. De rust, die zater dagsmiddags op de werf heerst, is verdwenen; tal van belangstellenden staan te luisteren naar de muziek van Gusto's muziekkorps. Dan vult zich het podium met de genodigden, onder wie we opmerken de heer Kwee Djie Hoo, dipomatiek vertegenwoordiger van de Republiek Indonesia, met zijn echtgenote en voorts de heren J. J. Tentoea, van de Pelni Scheep vaart Maatschappij, Soebiarto, gezantschapsraad, Maman Kartawiria, ge zantschapssecretaris, Putuhena en Soetrimo, resp. voorzitter en lid van de Raad van Beheer van de Billiton Maatschappij, W. Fenenga en J. W. G. H. Jansen, die de Nederlandse Scheepsbouw Export Centrale vertegen woordigen, P, v. d. Weel van Lloyd's Register en J. Visser, Hoofdin specteur van de Scheepvaartinspectie. Klokslag één uur werpt Mevrouw Kwee Djie Hoo de champagnefles met een ferme zwaai tegen de boeg van het schip en neemt zij de laatste beletselen voor de stapelloop weg. Zonder enige aarzeling glijdt de „Bengawan" in zijn element. Gusto's Muziekkorps laat het Indonesische en het Nederlandse volkslied horen. Na afloop van de tewaterlating verzamelden de genodigden zich in de vergaderzaal van de werf, waar de Directeur Mr. H. Smulders er op wees, dat elke natie bepaalde traditionele industrieën heeft. Voor Neder land is dat o.a. de scheepsbouw en het behoeft dan ook geen verwonde ring te wekken, dat verschillende Nederlandse werven, verenigd in de I.H.C. Holland, in de loop van een groot aantal jaren tal van schepen, waaronder ook veel baggermolens, zuigers e.d., aan Indonesië hebben geleverd. De tewaterlating van de „Bengawan", én der vijf „Pelni-schepen" die door de Republiek Indonesia bij de Nederlandse Scheepsbouw Export Centrale zijn besteld en door haar bij Nederlandse werven ondergebracht werden, betekent dan ook een voortzetting van de aangename relatie, die de I.H.C. Holland met de Republiek Indonesia onderhoudt. Spreker bracht dank aan al diegenen, die aan de bouw van de „Benga wan" hun beste krachten wijdden en dankte in het bijzonder de inspec teurs van de opdrachtgever, de vertegenwoordigers van de „Nesec", van Lloyd's Register en van de Scheepvaartinspectie voor de aangename samenwerking. Hierna richtte de heer Mr. Smulders zich tot Mevrouw Kwee Djie Hoo om haar te danken voor haar mede werking aan te tewater lating van het schip. Hij bood haar als herinnering een geschenk aan. Ten slotte bracht hij een dronk uit op de voorspoed van de Republiek Indonesia. Hierna sprak de heer Fenen ga van de „Nesec", die zijn ge lukwensen met de voorspoe dige stapelloop aanbood.

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Het Zeskant | 1956 | | pagina 4