Het zeskant in de broeit ent. Hoe dit ook zij, zoals in onze moderne tijd al zoveel folklore is ver loren gegaan, ging ook deze ramtraditie (helaas?) voorbij. Toen de overstroming van 1 febr. 1953 ons noodzaakte om zoveel moge lijk droog-capaciteit in werking te zetten deed de droogstraal-lamp bij ons zijn intrede. Het bleek, dat men met deze lampen ook zware electro-motoren niet alleen kon verwarmen maar zelfs te heet kon stoken! Dit bracht ons op de gedachte deze lampen eens toe te passen bij het opkrimpen van zeskanen. Deze methode is ons zo goed bevallen, dat wij sindsdien dergelijk groot krimpwerk steeds met deze lampen hebben gedaan. Het is daarbij zaak, het beschikbare aantal lampen zo gelijkmatig mogelijk over de gehele te verwarmen oppervlakte te verdelen. Gedurende de verwarming moet een afkoelende luchtcirculatie worden verhinderd, waartoe het afdekken met een dekzeil voldoende is gebleken. (Vervolg Algem. Ged. op blx. 119) De opstelling van de lampen. De as zakt omlaag.

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Het Zeskant | 1956 | | pagina 6