„BEVERWIJK 2" (C.O. 343) „BEVERWIJK 1" (C.O. 342) TEWATERLATING VAN DE BAGGERMOLEN EN OVERNEMING VAN DE BAGGERMOLEN Zowel voor het van ouds gevestigde aannemingsbedrijf, de N.V. van Hattum en Blankevoort te Beverwijk, waarvoor de beide bovengenoemde stationaire diesel-elektrische baggermolens bestemd zijn, als voor de bou wer van deze molens, de I.H.C.-vennoot Verschure, was woensdag 3 oktober jl. een zeer bijzondere dag. Allereerst vond de tewaterlating van de „Beverwijk 2" plaats. Mejuffrouw Ariaantje A. van Hattum, een dochter van een der directeuren, verrichtte hiervoor de doopplechtigheid. Na deze tewaterlating werden de genodigden door de directie van Ver schure op de voor de wal liggende salonboot „Amsterdam" officieel ont vangen. In zijn toespraak wees de heer A. J. M. Verschure er op, dat, hoewel het bouwcontract van de molens op naam van Verschure staat, er indirect meerdere werven bij de bouw betrokken zijn, n.l. de werven, die behoren tot de groep, die in de Nederlandse aannemerswereld als „Het Zes kant", een enigszins populaire naam voor de I.H.C. Holland, bekend staat. De heer A. J. M'. Verschure zei verder nog, sprekende over de I.H.C. Holland: „Men beweert in de Nederlandse aannemerswereld wel eens, dat „Het Zeskant" een monopolie-positie inneemt, maar wij nemen deze opmerking niet al te ernstig op, omdat het aan iedereen bekend is, dat men, indien men dit wenst, ook elders, zowel in Nederland als in het buitenland, be stellingen kan plaatsen. De prijzen, die de I.H.C. in het binnenland vraagt zijn voor de bestellers zeer gunstig gesteld, omdat de I.H.C. er alles voor over heeft haar Nederlandse clientèle te behouden en, waar mogelijk, nog uit te breiden. De in het verschiet liggende grote uterken van het Delta plan zullen misschien een uitbreiding van de in Nederland aanwezige Mej. A. A. v. Hattum verricht de doop en tewaterlating. De Beverwijk 2 glijdt in haar element.

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Het Zeskant | 1956 | | pagina 3