V E B N I E U WI N G Er wordt gewerkt aan de hellingen. Leidingen worden gelegd; andere leidingen worden opgegraven; kabelsleuven, kabels en andere materialen versperren de doorgang; straatdekken worden opgebroken. En nog meer voorbereidend werk wordt uitgevoerd. In één woord: het is een chaos! Zo ziet de buitenstaander dit geheel. Maar wat gebeurt er nu precies? Wat is nu de vaste lijn in dit alles, in deze wildernis van sleuven, leidingen en kabels? Om U van dit alles een globaal overzicht te geven, moeten we geruime tijd teruggaan. Tijdens een Directie-vergadering werd nl. de vraag ge steld: Welke zijn de uiterste mogelijkheden, die wij hebben in de be staande ruimte, waarin onze hellingen en kraanbaan liggen, om schepen met een grotere tonnage te bouwen, dan tot nu toe het geval was? Deze vraag was niet direct te beantwoorden. Hieraan zat nl. een geheel complex van ingrijpende veranderingen vast, die stuk voor stuk op bruikbaarheid of onbruikbaarheid bekeken moesten worden. Toen dan ook het object in studie werd genomen, kwamen vanzelf de vragen, die alle met elkaar in nauw verband stonden, naar voren en deze moesten ook weer stuk voor stuk beantwoord worden. Er werden plannen gemaakt, er werden plannen gewijzigd en opnieuw gewijzigd. Tot er uiteindelijk een „basisplan" ontstond. Van dit basisplan werd een maquette gemaakt en aan de hand daarvan werd nog weer het nodige geschaafd. Maar toch groeide het geheel en kon na vele beraadslagingen en onderhande lingen aan de Directie het antwoord op de gestelde vraag worden gegeven. Het plan omvatte in grote lijnen gezien het volgende: Helling 3 en 4 zouden zodanig worden verlengd en verzwaard, dat hierop schepen met een totale lengte van ongeveer 165 m, bij een breedte van 21 a 23 m, gebouwd zouden kunnen worden. De kraanbaan zou eveneens worden verlengd, terwijl ook gedacht was aan een vergroting van de bestaande afbouwkade langs de rivier, die vanzelfsprekend voor de grotere schepen te klein zou zijn. Aan de kop van de beide hellingen zijn gebouwtjes geprojecteerd, die ten doel hebben het gebruik van te hoge hellingstoelen te voorkomen en anderzijds een goede bergruimte zouden kunnen bieden. In verband met de aanvragen voor schepen van grotere afmetingen en (0) 157

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Het Zeskant | 1956 | | pagina 9