DE CUTTERZUIGER „SIETE" (CO. 339) BEDRIJFSKLAAR OPGELEVERD Aero-photo, Nederland. Op 16 oktober jl. 's middags om twaalf uur vertrokken we per vliegtuig van Schiphol en via Frankfurt, Rome en Istanbul kwamen we 's nachts om half twee op het vliegveld Beiruth (Libanon) aan. De douane-controle leverde geen moeilijkheden op en was spoedig gepasseerd, waarna wij per taxi naar de stad reden en zodoende in korte tijd in ons hotel aankwamen. De volgende morgen zijn wij per taxi naar Tripoli, een afstand van ca. 95 km gereden. Het was schitterend weer. Naar de linkerzijde van de weg hadden wij een mooi gezicht op de Middellandse Zee, terwijl zich aan de rechterzijde de bergen bevonden. Het was dan ook een prachtig gezicht om het blauwe water van de zee tegen de bergwand te zien afsteken. Na onderweg de reis even onderbroken te hebben voor het drinken van een kopje „Arabische" koffie, waren we om ongeveer 12 uur bij het kantoor van Vianini in El Mina, een havenplaatsje bij Tripoli. Hier moest de zuiger zijn. Na de eerste kennismaking met enkele leden van de Directie van Vianini werd al heel spoedig een bezoek aan de zuiger gebracht. Zo op het eerste gezicht had de „Siete" het er tijdens zijn sleepreis van Amsterdam naar El Mina (ca. 3400 zeemijlen) goed afgebracht, al waren zo hier en daar wel wat roestplekken, veroorzaakt door overkomend zee water, te zien. Bij nadere inspectie bleek evenwel in het magazijn, waarin de kisten met reservedelen ondergebracht waren, ca. 15 cm water te staan. Gelukkig was de „waterschade" aan de reservedelen zeer gering, zodat het drogen hiervan bij een tropische temperatuur en op een zolder schuit, spoedig voor elkaar was. Vanzelfsprekend was onze eerste gedachte om de zuiger zo spoedig mogelijk bedrijfsklaar op te leveren. Van de zijde van Vianini bleek er niet zoveel haast te zijn, want de drijvende leiding lag wel voor het grootste gedeelte gekoppeld in de baai, maar de walleiding lag nog opge stapeld op de dijk, waarover zij pas later uitgelegd is. Met behulp van twee drijvende bokken met een capaciteit van resp. 10 en 70 ton hijsvermogen moesten allereerst enkele belangrijke werkzaamheden worden verricht, zoals de cutter van boord nemen en op een zolderschuit plaatsen om deze zodoende later op de cutteras te kunnen monteren. Ook de spudpalen moesten op hun plaats gebracht worden. Bij het van boord 24

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Het Zeskant | 1957 | | pagina 28