De grondslag voor iedere goede vakantiebesteding is verandering. We moeten ons losmaken uit onze dagelijkse omgeving. De een zal het heerlijk vinden om thuis te blijven, omdat zijn werk meebrengt dat hij zelden thuis is. Terwille van zijn vrouw en kinderen verplaatst hij zijn thuis misschien naar een buitenhuisje of naar een kampeerterrein, maar het samenzijn met hen geeft hem de verandering die hij nodig heeft. De ander zal willen zwerven, een autotocht maken of op de fiets, het eigen land doorkruisen, omdat hij zich wil bevrijden van de beslotenheid, die zijn dagelijkse werk kenmerkt. De derde zal er in zijn vakantie eindelijk toe komen de boeken te lezen, die al zo lang ongelezen bleven door gebrek aan tijd of hij zal zijn tuin in orde maken, een konijnenhok timmeren of gaan vissen. Maar altijd zal er verandering moeten zijn, wil de mens werkelijk profiteren van de vakantie. Deze verandering werkt als het ontspannen van een boog, als de revisie van een draaibank of motor. Ook de mens heeft die ont spanning nodig om gezond te blijven. Er bestaat op het ogenblik het misverstand dat voor een goede ontspanning het maken van verre reizen noodzakelijk is. De mensen laten zich daartoe als sardines in bussen en treinen verpakken en gaan de wereld zien, terwijl ze het sleuteltje van hun blik in handen van een reisleider hebben gegeven. In feite nemen ze hun wereld mee. Men leert vreemde landen niet kennen door een week of tien dagen door Europa te toeren. Men neemt alleen waar zonder door te dringen in het wezen van die landen. De huizen zijn soms wat anders dan in het eigen land, de mensen verschillen bij opper vlakkige beoordeling niet zo heel veel van ons, bioscopen zijn overal even lelijk, kerken even mooi als hier. Een vreemd land werkt alleen als een verfrissing als we er werkelijk mee kennis kunnen maken door te praten met zijn bewoners, door ons op de hoogte te stellen van hun aardigheden en eigenaardigheden. Dat geeft de mens de mogelijkheid zich los te maken uit het middelpunt waarin hij bij de beschouwing van zijn eigen wereld is vastgeroest. Maar daarvoor hoeft men niet naar Frankrijk, Italië of Spanje te gaan. Dat kan de stadsmens ook door met de boer in de Achterhoek, Zeeland of in de Noord-Oost- Polder, met de visser in IJmuiden of Katwijk te praten. Dat kan de boer door op de tram in Amsterdam te gaan staan. Dat kan zelfs als je met je buurman gaat praten en voor één keer, omdat het vakantie is, bereid bent naar hem te luisteren, zodat je de wereld op zijn wijze kunt zien. De moeilijkheid met de mensen is, dat ze wel kunnen praten en veel praten, maar dat ze zo slecht naar elkaar kunnen luisteren. Ze lijken wel bang hun wereld te verliezen. Eigenlijk moest iedere dag een vakantie dag zijn, in die zin, dat we ons los konden maken van de eigen-wereld heid. Dat kunnen we nu eenmaal niet en daarom is het zo goed als we dat tenminste een keer per jaar doen in onze vakantie, maar dan ook goed. G. C. Soeters, Arts. 42 <0)

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Het Zeskant | 1957 | | pagina 8