HET ONTSTAAN VAN KUNSTSTOFFEN
In enkele nummers van het „Zeskant" hebben we nu wat aandacht besteed
aan de organische scheikunde en ditmaal willen we U iets vertellen over
de „kunststoffen"; hieronder verstaat men plastics, nylon, bakeliet, kunst
rubber en talloze soortgelijke produkten.
Dat deze kunststoffen in de industrie en in ons dagelijks leven een steeds
belangrijker rol gaan spelen zal niemand van ons ontgaan zijn. Vooral
sinds de tweede wereldoorlog hebben deze materialen een uitgebreide toe
passing gevonden voor de vervaardiging van kinderspeelgoed, serviesgoed,
waterleiding- en elektriciteitsbuizen, textielweefsel en vele andere artikelen.
U zult gezien hebben, dat er onder de groep „Kunststoffen" een groot
aantal verschillende materialen te rangschikken zijn, die sterk in eigen
schappen verschillen. De chemische industrie beschikt over de mogelijkheid
om de samenstelling, daarmee dus ook de eigenschappen van de kunststof
te variëren en eventueel aan te passen aan bepaalde eisen.
Van welke grondstoffen maakt de chemische industrie nu gebruik bij
fabricage van kunststoffen? Om op deze vraag antwoord te geven, zullen
wij II weer met een paar benamingen uit de organische scheikunde moeten
lastig vallen.
De scheikundigen van ruim 100 jaar geleden probeerden reeds organische
verbindingen kunstmatig te vervaardigen en dit gelukt voor het eerst in
1828 aan de Duitser Wöhler. Hij slaagde er in het ureum (een eenvoudige
verbinding van koolstof, waterstof, zuurstof en stikstof) kunstmatig samen
te stellen. Deze eerst bereide organische verbinding, die in een concen
tratie van 2 in urine wordt aangetroffen, was tevens een der grond
stoffen, welke voor de eerste kunststoffen werden gebruikt. Met gebruik
making van formaldehyde, een stof waarvan een 40 oplossing in water
als het desinfectiemiddel formaline bekend is, werd het ureumformaldehyde
gemaakt.
Laat men formaldehyde bij verhitting inwerken op carbol, dat ook wel
phenol wordt genoemd, dan ontstaat het phenolformaldehyde. Dit lijkt
wat uiterlijk betreft, veel op hars, dat we wel eens bij een schorsbeschadi
ging van een boom hebben gezien.
Het bijzondere aan deze stoffen is) echter niet de opbouw van hun mole-
kulen. Deze kan op zichzelf vrij eenvoudig zijn. Hieronder laten wij U
nog even de struktuur van aethyleen zien.
H
H
C
C
H
H
Scheikundige formule H2C CH2. Stelt U zich nu voor, dat een
groot aantal van deze aethyleen-molekulen inplaats van zich stuk
voor stuk netjes met waterstof te verzadigen met elkaar verbindingen aan
gaan. Aethyleen doet dat bij een druk van 1000 atmosferen en een tem
peratuur van 200° C. Er ontstaat dan wat men noemt een „makromole-
kule", een netwerk van elkaar krampachtig vasthoudende molekulen. De
97