Een sektie wordt opgeladen. De kade in Gent. typisch Engels plattelandshotel, dat niet slecht maar wel streng was. Na half negen werd geen avondeten meer geserveerd, zodat wij ervoor moesten zorgen steeds tien minuten voor half negen de tafel te bereiken. De volgende ochtend werden we van het hotel naar het „karwei" ge bracht met een Landrover, waarvan de prestaties op modderige en onge baande wegen aan het ongelooflijke grensden. De aanbouw van de „Vlaanderen XI" bleek al aardig te vorderen en het geheel leek meer op een zuiger dan toen wij hem voor het laatst in België gezien hadden. Het karwei omvatte het weggraven van grond boven een steenkolen- laag, die dan niet zoals in Limburg onder de grond, maar in de openlucht ontgonnen zal worden. De zuiger lag in een gegraven dok, met een kraanbaan en brugkraan, net als in België. De bagger wordt opgeslagen op aparte terreinen waar reusachtige dijken zijn opgetrokken om het zand te kunnen bevatten. Een probleem bij dit projekt was de betrekkelijke schaarste aan water voor het drijvend houden van de zuiger en het verpompen van de grond. Hier was geen zee bij de hand, doch uit een naburige kolenmijn hoopt men zo nodig water uit de mijngangen te kunnen zuigen. Voor het overige is alles erop gericht met het beschikbare water zoveel mogelijk te kunnen doen. Het spoelwater van de baggerstort zal dan ook teruggeleid worden naar het kunstmatige meer, waar de zuiger gaat werken. Als de open kolen mijn t.z.t. uitgeput is, zal de oorspronkelijke grond weer op zijn plaats worden teruggebracht. Dat er niveauverschillen van enkele meters zullen ontstaan is voor ons laaglandbewoners een griezelige zaak, maar in de Schotse heuvels kijkt men op een heuvel en dal meer of minder niet. Bij de zuiger ontmoetten wij tal van bekenden uit België en Holland. Hoewel het weer nogal donker was, sloegen wij aan het filmen, waarbij de I.H.C. bijna een cameraman, of althans die cameraman een baggerlaars verspeeld had. Het liep echter nog goed af en een krachtige ruk bracht zelfs de tot aan de rand in de grond gezonken baggerlaars weer in ons bezit. 's-Middags gingen wij met een Engelse auto op zoek naar de snijkop- ladder. De Engelse gewoonte om tegen de draad in te rijden, d.w.z. links van de weg, maakte ook dit tol; een avontuur. Tegen vijven vonden wij de snijkopladder. Hij stond langs de kant van de weg geparkeerd en werd klaargemaakt voor de nacht. Filmen was er niet bij. De volgende dag trokken wij eerst in optocht naar het karwei om nog eens rond te neuzen, waarna de speurtocht naar de snijkopladder weer 93

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Het Zeskant | 1957 | | pagina 5