RUBBER De toepassing van rubber in de scheepsbouwindustrie en speciaal in de baggerbouw is de laatste jaren sterk toegenomen, waarbij wij denken aan pakkingsringen en -flenzen, klepafdichtingen voor hoppers en klepbakken, zuigzakken, perszakken voor drijvende pijpleidingen enz. Het lijkt ons daarom niet ondienstig dit voor onze samenleving zo belangrijke mate riaal eens nader onder de loupe te nemen, daarbij gebruik makend van door de Rubberfabriek Vredestein te Loosduinen gepubliceerde gegevens, die wij met haar welwillende toestemming hier overnemen. De oudste historie, die aanvangt bij de ongeveer zestig miljoen jaren oude fossiele rubber uit bruinkoolafzettingen in Duitsland, tot omstreeks 1800, is, technisch gezien, weinig interessant. Hoewel vóór 1800 verschil lende onderzoekingen en zelfs patenten gewijd zijn aan de natuurrubber, begint de belangstelling voor dit produkt vooral te groeien na de uitvin ding door Hancock in 1820 van een machine om de ruwe rubber door mechanische arbeid in een plastische toestand te brengen, waardoor men gen met andere stoffen mogelijk werd en de uitvinding van Goodyear in 1839 van het vulcaniseren van rubber met behulp van; zwavel. De che mische reactie van rubber en zwavel bij hoge temperatuur noemt men: vulcaniseren. De betekenis van beide uitvindingen zullen we wat nader toelichten. Door de uitvinding van Hancock werd het mogelijk de ruwe rubber op zichzelf een vrij onhandelbare vaste stof të plasticeren onder invloed van mechanische arbeid en chemische inwerking van de zuurstof uit de lucht. Deze bewerking, die ook heden nog de eerste fase is van de rub berverwerking, levert een zachte, plastische massa, waarin tal van che micaliën kunnen worden gemengd, die nodig zijn om de rubber de ge wenste eigenschappen te geven. U dient hierbij te bedenken, dat de natuurrubber in ruwe toestand bij lage temperaturen verhardt en bij hoge temperaturen vrij gemakkelijk oxydeert en daardoor zacht en kleverig wordti. Door Goodyears ontdekking van de reactie van rubber met zwa vel bleek, dat deze ongewenste eigenschappen verdwenen en bovendien de rubber een ongekende mate van elasticiteit verkreeg, die in een groot temperatuurgebied behouden bleef. Eerst hierdoor kon de groei van het rubbergebruik in snel tempo omhoog gaan. In de tweede helft van de negentiende eeuw begint zich dan, eerst op bescheiden schaal en later in grotere omvang, de rubberindustrie te vormen, waarbij vooral de uitvin ding van de luchtband, in 1888 gepatenteerd door Dunlop, en de opkomst van de automobielindustrie het rubberverbruik geweldig hebben doen stijgen. Ook momenteel is de autobandenindustrie de grootste verbruiker van ruwe rubber met nogeveer 75 van het totaal verbruik. De NATUURRUBBER, oorspronkelijk in Zuid-Amerika gewonnen uit het melksap of latex van de Hevea Brasiliensis, een in Zuid-Amerika in heemse boom, heeft momenteel als belangrijkste landen van herkomst Indonesië, Malakka en Indo-China. Voor de huidige wereldproduktie heeft het oorspronkelijke gebied van de rubberboom in Zuid-Amerika geen betekenis meer, daar het geheel verdrongen is door de plantages in Zuid- Oost-Azië. De natuurrubber wordt uit het melksap gewonnen door toe voeging van zuren, waarbij de rubber zich afscheidt uit de vloeistof. Na uitwalsen, wassen en drogen wordt ze tot balen geperst en verscheept naar de rubberverwerkendé industrieën. De huidige natuurrubber-produktie ligt in de orde van grootte van twee miljoen long tons per jaar. Naast de natuurrubber heeft zich vooral in de laatste decennia de 147

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Het Zeskant | 1957 | | pagina 23