SYNTHETISCHE RUBBER een blijvende plaats op de markt veroverd.
Deze was oorspronkelijk bedoeld als een vervanging van de natuurrubber
en ook bestemd voor dezelfde toepassing als de natuurrubber. Het gebied
van de synthetische rubber is echter uitgebreid tot een groot aantal elas
tische stoffen, die wel in hun elastische eigenschappen min of meer op de
natuurrubber gelijken, maar in verschillende gevallen volkomen andere
eigenschappen hebben en chemisch sterk afwijkend zijn.
Tot de voornaamste synthetische rubbersoorten behoren de GRS
Government Rubber Synthetic), de nitrilrubber, de butylrubber, de neo-
prene en de siliconenrubber. De GRS, die vooral in de V.S. in de tweede
wereldoorlog tot enorme ontwikkeling is gekomen als gevolg van het
wegvallen van Zuid-Oost-Azië als leverancier van natuurrubber, kan in
zijn eigenschappen met de natuurrubber worden vergeleken. Geheel anders
ligt het bij de overige rubbertypen. Deze hebben eigenschappen die in en
kele opzichten sterk van de natuurrubber afwijken. Zo is b.v. bij de
nitrilrubber en de neoprene-soorten de weerstand tegen oliën vele malen
beter dan bij natuurrubber of GRS het geval is. Deze rubber wordt b.v.
toegepast voor de fabricage van olie- en benzine-slangen. Butylrubber
munt uit door een geringe gasdoorlaatbaarheid, waardoor zij toepassing
vindt in binnenbanden. De siliconrubber bezit een zeer grote stabiliteit
bij hoge temperatuur, waardoor zij haar elastische eigenschappen bij tem
peraturen tot 250° C. behoudt.
Om U een indruk te geven van de betekenis der synthetische rubberindustrie
zij vermeld, dat de produktie van GRS in de Ver. Staten in 1954 800.000
long tons bedroeg.
Er is reeds gewezen op de noodzaak om de ruwe rubber door toevoeging
van CHEMICALIËN, waaronder zwavel, de gewenste eigenschappen te
geven. Deze chemicaliën kunnen globaal in een aantal klassen verdeeld
worden, waarvan de belangrijkste zijn:
le De vulcanisatiemiddelen, zoals zwavel, die chemische binding van de
rubber-moleculen onderling bewerkstelligen.
2e De vulcanisatieversnellers. Dit zijn chemicaliën, die een katalytisch
versnellende invloed uitoefenen op de vulcanisatie-reactie. Door de
ontdekking van deze stoffen vanaf omstreeks 1900 werd het mogelijk
de duur van de vulcanisatie te verkorten van enkele uren tot soms
zelfs enkele minuten. Bovendien bleek, dat deze zgn. versnellers naast
hun versnellende werking ook een gunstige invloed op de uiteinde
lijke mechanische eigenschappen van het produkt hadden.
3e De vulstoffen, waartoe behoren o.a. roet of carbonblack in een groot
aantal soorten, krijt, klei en andere minerale stoffen. De vulstoffen
onderscheidt men in twee grote groepen, de versterkende en de niet
versterkende. Tot de eerste groep behoort o.a. het carbonblack. Ver
sterkende vulstoffen geven de rubber na vulcanisatie betere mecha
nische eigenschappen. Met name worden de treksterkte, de slijtage-
weerstand en de modulus vergroot onder invloed van roet.
4e Anti-oxydant. Deze stoffen verhinderen, zoals met de naam reeds
wordt aangeduid, de oxydatie van het rubberprodukt, waardoor de
levensduur belangrijk vergroot wordt.
Het grote aantal variabelen in de grondstoffen, dat de rubber-technoloog
ten dienste staat, maakt veel verschillende eindprodukten met zeer uiteen
lopende eigenschappen realiseerbaar.
Dit is één van de verklaringen van de veelzijdigheid en het uitgebreide
toepassingsgebied van rubber.
Hierover hopen wij U in een volgend artikel iets te vertellen. (De Klop)
148