RUSTPUNT r—--- Er wordt hard gewerkt, overal in de wereld. In Rusland, in Amerika, in Engeland, overal. Overal is men ingespannen aan het werk met atoom centrales, met rakettenbouw, met aardsatellieten enz. Alles moet vlugger, alles moet sneller. Rusland heeft de spoetnik het luchtruim ingezonden en slaat zich trots op de borst. Overal elders in de wereldschrik en ontzet ting: Rusland is ons een slag vóór! Onmiddellijk worden er miljoenen dollars beschikbaar gesteld en wordt de gehele wetenschappelijke staf in Amerika gemobiliseerd en aangezet tot grotere prestaties. Want die ach terstand moet worden ingehaald. Overal wordt hard gewerkt. Er worden electronische machines uitgedacht en geconstrueerd, die de moeilijkste en ingewikkeldste berekeningen in enkele seconden foutloos tot stand brengen. De radarinstallaties worden geperfectionneerd, want de schepen moeten ook bij mist kunnen varen en het luchtruim moet ook bij bedekte lucht worden afgezocht. We hebben haast, we moeten opschieten. De televisie wordt gemeengoed; we kunnen er niet meer buiten. De be langrijke gebeurtenissen moeten we direct zien. We hebben geen tijd meer de kranten af te wachten. De vliegtuigen worden steeds groter en steeds sneller. Vooral dit laatste is van belang, want we hebben haast. Iedere minuut is kostbaar. De spoorwegen leggen nieuwe en vooral snelle verbindingen in. Vlug, vlug, want we kunnen niet wachten. In de fabrieken worden steeds weer machines met een grotere capaciteit in werking gesteld. Want het moet sneller gaan, steeds sneller. En te midden van deze razende, technische wereld, die ons zo af en toe doet duizelen, vinden we ieder jaar toch weer een rustpunt. Tweeduizend jaar geleden gingen een man en een vrouw naar Betlehem. De man te voet, de vrouw gezeten op een ezel. Zij hadden geen sneltrein, geen, vlieg machine, geen raket. Zij haastten zich niet. Zij hadden de tijd, want) zij voerden de Eeuwigheid met zich. In Bethlehem was geen Waldorf-Astoria-Hotel, geen Excelsior-Hotel en geen Grand-Hotel; neen, er was slechts een eenvoudige herberg, waarin voor de man en de vrouw zelfs geen plaats meer was. En zij overnachtten toen in de stal, bij de os en de ezel. En daar werd Christus geboren, die een nieuwe leer zou prediken. De leer van vrede en naastenliefde. Wat is er van die vrede en naastenliefde terecht gekomen? Wat hebben wij, mensen van onze moderne tijd, er van gemaakt? De twintigste eeuw (0) 157

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Het Zeskant | 1957 | | pagina 9