omstreeks 10 uur bij het haventje van
Moerdijk, om vandaar met een bootje
naar de zuiger te gaan. Het was bitter
koud en de zon liet verstek gaan. Daar
bij kwam nog, dat het mistig weer was,
zodat men niet bepaald van een plezier-
vaart kon spreken.
Het verloop van de beproevingen stemde
echter tot tevredenheid. Het cutteren en
baggeren verliep vlot en zo ook het ver
halen van het schip op de lieren. De
paalwagen werd volop gebruikt en de
snelheden daarvan en van de lieren vol
deden aan de gestelde eisen. Ook de
Alto-installatie, die de snelheid van de
vloeistof en de concentratie daarvan
aangeeft, gaf goede resultaten. Wel
moest er even gestopt worden; het bleek
dat een filter verstopt was, maar toen
deze was schoongemaakt, ging alles
weer gesmeerd.
Dat alles zo bijzonder vlot verliep be
hoeft geen verwondering te baren wan
neer men bedenkt, dat deze zuiger een
zusterschip is van de Louis Perrier
(C.O. 278) en dat dus enkele „kinder
ziekten", die zich bij de Louis Perrier
hadden voorgedaan, nu konden worden voorkomen. Er zijn slechts enkele
verschillen met de eerste Suez-zuiger. Zo geschiedt het hijsen en laten
zakken van de cutterladder bij de tweede zuiger door middel van een
afzonderlijke lier, hetgeen rustiger werkt dan bij gebruik van een centrale
lier, zoals bij de eerste zuiger. Een andere afwijking is, dat indien dit
nodig mocht zijn bij grote reparaties de waaier, resp. de zandpomp
zelf, door een schacht, die tot het bovenste dek doorloopt, buiten boord
gebracht kan worden.
De Technische Commissie van de I.H.C. en verschillende directieleden
van de Vennoten toonden zich zeer tevreden. Deze heren waren op 19
december aan boord gekomen. Het was toen prachtig weer en de zon
scheen helder over het Hollandse landschap, dat de eerste dagen niet ie
zien was geweest door de mist. Alles bij elkaar dus een goede dag voor
de I.H.C. en voor de vennoten Werf Gusto en L. Smit Zoon in het
bijzonder.
Nu nog enkele technische gegevens. Het schip is uitgerust met een door
een turbine aangedreven pompinstallatie met drie Forster Wheeler water
pijpstoomketels, stoomdruk 30 atm., met een geheel automatisch regelbare
oliestookinrichting. Het totale machinevermogen beloopt ruim 4000 pk.
Na afloop van de beproevingen keerde de zuiger naar Schiedam terug
en de pijpleiding naar Kinderdijk. Nog enkele kleine voorzieningen moe
ten worden getroffen en dan vertrekken zuiger en pijpleiding naar Egypte.
En de I.H.C. zal dan weer een belangrijke opdracht tot een goed einde
hebben gebracht.
XV. (Gusto)
9