TEWATERLATING VAN DE SLEEPBOTEN „MORGAN" EN „SHABAR" (CO. 365 en 366) Op zaterdag, 14 december 1957, werd van de Werf van LSZ te Kinderdijk met goed gevolg de sleepboot „Morgan" te water gelaten. Deze sleepboot is, evenals de zandzuiger waarvan in het voorgaande artikel sprake is, bestemd voor de dienst in het Suez-kanaal. De tewaterlating geschiedde zonder officieel ce remonieel. Op maandag, 16 december, ging het zusterschip van deze sleepboot de „Shabar te water. Het ligt in de verwachting, dat deze beide sleepboten in het voorjaar van 1958 zullen kunnen worden afgeleverd en dan op eigen kracht de reis naar Egypte zullen maken. De hoofdafmetingen van beide schepen zijn 27,20 x 7,25 x 3,80 m. Ze zullen worden uitgerust met: aeen „General Moters"-dieselmotor, type 16.278A met 16 cylinders, met een vermogen (in Egyptisch klimaat) van 1200 pk bij 650 omw/min; b. een „KaMeWa'-schroef met verstelbare bladen, aangedreven door de dieselmotor door middel van een tandwielkast, waardoor deze schroef 260 omw/min maakt. De bediening van de verstelbare schroefbladen zal zich in de stuurhut bevinden; c. drie diesel-dynamo-aggregaten, waarvan één met luchtcompressor; d. een brandbluspomp van 60 m3/h bij een druk van 10 kg/cm'2, die door middel van een aparte installatie ook kan schuimblussen; e. een kaapstand met een trekkracht van 3 ton bij een snelheid van 20 ml min. J.K.(LSZ) 10

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Het Zeskant | 1958 | | pagina 22