HET ZESKANT
BIJ DE VOORPAGINA
PERSONEELSORGAAN VAN
1 H C
H O L L A N D
12e JAARGANG No. 1
JANUARI 1958
VERSCHIJNT MAANDELIJKS
Redaktieadres: DEN HAAG
VERLENGDE TOLWEG 2
Het bestaan van een zuiger is veelzijdig.
De ene keer is zijn hulp nodig voor het
bevaarbaar maken van waterwegen, de
andere keer voor het aanleggen van
(land)wegen. Zo'n bestaan is ook de bij
Verschure gebouwde snijkopzuiger ,,Sint
Jozef" (CO 169) beschoren. Deze werkt
momenteel aan de nieuwe rijksweg bij
Ypenburg. Op de foto zien we dat in
het monteren van de buisleiding naast
techniek ook nog wel enige romantiek
schuilt.
INHOUD: Algemeen Gedeelte
Bij de voorpagina2
Bij het begin van 1958 3
Rubber (2) 4
Gevaarlijk gereedschap6
Van her en der7
Beproeving van de tweede Suez-zuiger 8
Tewaterlating Morgan" en „Shabar" 10
Motorklepbakken voor België met suc
ces beproefd en afgeleverd 11
Kijkje over buurman's schutting 12
Dit blad is het personeelsorgaan van de
Industrieele Handelscombinatie Holland,
gevestigd in Den Haag. Het verschijnt
iedere maand op de le Woensdag na de
vijftiende. Uitreiking aan personeelsleden
van de in I.H.C. HOLLAND verenigde
bedrijven vindt gratis plaats. De inhoud
is beschermd krachtens de Auteurswet.
Firma-redakteuren: A. H. W. Pellen
(Conrad-Stork), M. Wink (Werf Gusto),
W. C. Boer (De Klop), B. v. Duinen
(J. K. Smit), J. Koutstaal (L. Smit
Zoon) en R. Lafèbre (Verschure).
Vervolg: Gevaarlijk gereedschap
matig, versleten of defect gereedschap, en aan het verkeerde gebruik van
goed gereedschap.
Hoewel met de voortschrijding der techniek steeds moderner, beter en
efficiënter gereedschap ontwikkeld en op de markt gebracht wordt, moeten
wij tot onze grote spijt vaststellen, aldus het Veiligheidsinstituut, dat het
juiste en vakkundige gebruik daarvan geen gelijke tred heeft gehouden
met de ontwikkeling daarvan.
Wij kunnen nog maar al te vaak een voorbeeld nemen aan de arbeiders
van vroeger.
Beitels, meestal zelf gemaakt, zagen er onberispelijk uit, zonder de U over
bekende pruiken. Hamers met beschadigde stelen of met spijkers in plaats
van spieën zag je niet. Het meetgereedschap in een speciale doos of in een
vette flanellen lap. Boren netjes in een doos, vijlen vakkundig van hand
vaten voorzien en dusdanig opgeborgen dat zij niet op elkaar lagen. Kortom,
alles was tot in de puntjes verzorgd en uit dit alles sprak de liefde van de
man voor zijn vak. Ja, van oude vaklui kunnen wij nog veel leren over het
gebruik van gaaf gereedschap. Hier ligt voor ons allen een belangrijke taak.
Het toezien op elkander, dat wil zeggen, onze waarschuwende stem laten
horen, wanneer we anderen met defect of versleten gereedschap zien
werken en natuurlijk, beginnen met zelf een goed voorbeeld te geven,
J. B. K. Smit)
2