BIJ HET BEGIN VAN 1958,
Ons land is in 1945 zwaar gehavend uit de strijd gekomen.
Groot waren de vernielingen en slecht was de toestand van
de financiën. Door gezamenlijke inspanning en opofferingen
is het gelukt het land weer economisch op te bouwen, zodat
men in 1956 sprak over het Hollandse Wonder" en men
zelfs een zekere welvaart kon constateren.
Hoewel men de toekomst niet donker behoeft in te zien, valt
niet te ontkennen, dat deze welvaart uiterst kwetsbaar is.
Het Nederlandse volk staat voor de moeilijke opgave om te
zorgen, dat de sterk uitgebreide en uitbreidende bevolking
bestaansmogelijkheid in eigen land krijgt.
Hiervoor is nodig, dat meer werkgelegenheid wordt gescha
pen en meer woningen worden gebouwd.
Onze regering tracht deze ontwikkeling te stimuleren door
aan de bedrijven bepaalde voordelen te geven indien zij hun
industriële apparaat willen uitbreiden. Hierdoor scheppen
deze bedrijven de gelegenheid tot het in dienst nemen van
meer werkkrachten.
Verder heeft de woningbouw boven alles de belangstelling
van onze regering en wordt al het mogelijke gedaan om het
aantal nieuwe woningen op te voeren.
Bij de uitbreiding van de industrie en vergroting van de
woongelegenheid moeten ook de daarmee verband houdende
diensten, zoals de energiebedrijven, havens, transportwegen,
drinkwatervoorziening, worden uitgebreid.
Voegen wij hieraan nog toe de Waterstaatswerken, zoals het
Deltaplan, die onmisbaar zijn voor onze beveiliging tegen de
zee, dan zal het een ieder duidelijk zijn, welk een zware taak
op de schouders van het Nederlandse volk rust.
Door de recente moeilijkheden met 's lands financiën, drei
gen echter de industriële ontwikkeling en de woningbouw in
het nauw te komen.
Enkele maatregelen, die dienden om de bedrijven tegemoet
te komen in de directe kosten van uitbreidingen, moesten
worden opgeschort en wat de woningbouw betreft ziet het
er naar uit, dat het gedeelte in de totale productie, waarvan
de financiering aan particulieren is toegedacht, door gebrek
aan middelen niet geheel tot stand zal komen.
Wij zijn echter ervan overtuigd, dat de thans bestaande
moeilijkheden zullen worden overwonnen en dat het Neder-
van J. K. Smit.
3