Men spreekt altijd over: hoeveel mijlen loopt dat schip of hoe snel vaart dit schip. Voor de treinen, auto's en vliegtuigen spreekt men gewoonlijk van snelheid in kilometers per uur. Deze maat past men bij de scheepvaart zo goed als nooit toe, alleen wanneer men bijvoorbeeld de snelheid van een trein tegenover die van een schip wil stellen. De snelheid van een schip wordt bijna altijd uitgedrukt in: Zeemijlen per uur of Knopen. Hoe komt men nu aan die zeemijlen? Een zeemijl is afgeleid van de omtrek der aarde, gemeten op de evenaar. Deze omtrek is verdeeld in 360 lengtegraden. Eén zestigste deel (1/60) of een minuut van zo'n lengtegraad is een zeemijl of 1852 meter 6080 engelse voet. Opgemerkt zij hierbij, dat dit alleen geldt voor de evenaar, want elke lengte graad op een breedtecirkel noordelijk of zuidelijk van de evenaar gelegen, wordt naarmate men één der polen nadert, kleiner. De breedtegraden op de lengtecirkels of meridianen zijn echter alle gelijk, n.l. 60 zeemijlen. Voor zover onbekend diene nog, dat „mijl" het overschot is van wat de Romeinen in „mille passuum" aflegden. Deze duizend dubbelschreden (te land) moeten geweest zijn 4860 voet 1582 meter. Niettemin is te land de officiële engelse mijl (statute mile) 5280 voet 1607 meter. De Statute mile is willekeurig vastgesteld onder de regering van Koningin Elizabeth I, en meet 5280 engelse voeten. In ons land zijn er nog veel meer. Rijnlandse- en amsterdamse voeten zijn in de houthandel nog steeds welbekende grootheden. De naam „knoop" stamt af van de vroegere wijze waarop de snelheid van een schip gemeten werd. Dit geschiedde nl. met behulp van een log. Dit was een driehoekig plankje, waarin in elke hoek een gat was geboord. Door elk gat was een eind touw gestoken, aan het ene eind van een knoop voorzien om het plankje vast te houden. De drie andere einden kwamen op een bepaalde afstand van het plankje bij elkaar en gingen daar in de loglijn over. In deze loglijn werden knopen gelegd op een onderlinge afstand van 50 Engelse voeten, dat is 1/120 zeemijl. Dit plankje werd aan de loglijn van het achterschip overboord gevierd. Door de weerstand van het plankje in het water werd de loglijn met de knopen door de handen getrokken. Gedurende deze periode werd met behulp van een loggias (dit is een soort zandloper) opgenomen hoeveel knopen er bijvoorbeeld per halve minuut door de handen gingen. Een halve minuut is 1/120 uur en daar de afstand van knoop tot knoop 1/120 zeemijl bedroeg, was het aantal knopen dat in J/£ minuut door de handen ging, gelijk aan de snelheid in mijlen per uur, die het schip op dat ogenblik liep. 20

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Het Zeskant | 1958 | | pagina 20