en
Het eiland, waar het hier om gaat, dient om boringen te verrichten en wel
tot een diepte van ongeveer 17000 voet, dat is 5000 meter. Het eigenlijke
eiland is een groot ponton van ongeveer 65 meter lang en 35 meter breed.
Het is voorzien van 8 gaten, waarin palen passen, op de manier van de
vaste spud-paal van een zuiger. Maar dan van een groter formaat. Want
elke paal is 67 meter lang en 3 meter in het vierkant. Om U een indruk
te geven: de lengte van de paal is ongeveer tweemaal de hoogte van de
30-tons hellingkraan!
Is het ponton op de plaats van bestemming aangekomen, dan worden de
palen neergelaten totdat zij alle acht op de rotsbodem staan. En vervolgens
klimt het gehele boor-eiland door middel van een vernuftig en inmiddels
door ons gepatenteerd vijzelsysteem langs de palen omhoog totdat het
boven water uitsteekt. De hoogte van af het dek tot de waterspiegel be
draagt dan ongeveer 15 meter, hetgeen betekent, dat een kustboot met ge
streken masten er onderdoor kan varen!
Als de „unit", zoals men het booreiland noemt, boven water staat, is het
een fabriek op zichzelf. Er zijn aan boord lieren, dieselmotoren, pompen
enz., zoals men ze ook op de bekende boorbakken heeft, maar dan van
groter formaat en in grotere aantallen. Verder is er aan boord ruimte
voor het verbijf van ongeveer 80 man personeel, met hutten, eetzalen,
kombuis enz. Ook vinden we aan boord een grote portaalkraan met een
hefvermogen van 75 ton en een helicopterdek, dat aan de achterzijde van
het ponton wordt aangehangen.
Deze opdracht is wel een bewijs van het grote vertrouwen, dat onze Werf
geniet en wij zijn verplicht ons tot het uiterste in te spannen om zowel wat
de kwaliteit van het werk, als wat de levertijd betreft, het werk tot een
goed einde te brengen.
In ons vorig artikel hebben wij verteld over de Raad van Europa en zijn
werkwijze. Wat heeft men nu langs die weg bereikt? Meer dan menigeen
denkt. Als de secretaris-generaal U in zijn werkkamer in het Paleis van
Europa zou ontvangen en hij zou zijn kluis openen zou U daar meer dan
honderd zogenaamde ratificatie-oorkonden zien liggen, dat zijn medede
lingen, waarin men kan lezen, dat dit of dat parlement dit of dat verdrag
heeft goedgekeurd. Honderd is een aanzienlijk aantal; trouwens het groeit
voortdurend aan. Het verzamelen van deze documenten gaat weliswaar
niet zo snel als het verzamelen van suikerzakjes, maar het is minstens even
boeiend.
De zes belangrijkste zijn wellicht die tot goedkeuring van het verdrag,
waarbij de Europese Gemeenschap voor Kolen en Staal in het leven is
geroepen. Dat verdrag berust op een „Europese gedachte" van de Franse
voormalige handelsreiziger-in-champagne Jean Monnet, die indertijd door de
Franse minister van buitenlandse zaken Robert Schuman warm is verdedigd
te Straatsburg. Die gedachte heeft de lange weg tot het einde toe afgelegd
en is daardoor levende werkelijkheid geworden: de E.G.K.S. bestaat.
Nu moeten wij daar terstond aan toevoegen, dat zij opgericht is door
slechts zes, maar zij gold voor zeven van de vijftien. Die zevende was
Saarland, destijds een zelfstandige (zij het geen onafhankelijke) staat, nu
een „provincie" van Duitsland. De E.G.K.S. was de eerste krachtmeting
v. HOUSELT.
(0) 29