KANSEN ziekte. We voeren noordwaarts langs de kust tot ongeveer ter hoogte van Katwijk. Toen draaiden we (wat heel goed op het radarscherm te zien was). Daarna voeren we weer rechtstreeks terug naar de Nieuwe Waterweg. Het was heerlijk om zo op zee te varen. We passeerden Hoek van Holland om ongeveer vijf uur. Een half uurtje te voren was het begonnen te miezelen. Op de brug stonden altijd een hoop mensen en het was daar dan ook erg interessant. Het regende nog steeds en we gingen daarom in de rooksalon zitten. Vandaar uit hadden we een aardig uitzicht over het achterschip. We begonnen langzamerhand aan het einde van de reis te komen, wat we erg jammer vonden. Jawel, daar kwam Schiedam reeds in zicht. Enige werklieden stonden met de kraanwagen reeds klaar om de loopbrug vast te leggen. Maar eerst moest het schip langs de kade gemeerd worden. Dat was geen gemakkelijk karwei, maar na een poosje manoeuvreren was ook dat klaar. Daarmee was de reis ten einde. We hadden een gezellige en interessante trip gehad en houden ons dan ook voor de volgende keer beleefd aanbevolen! Aan de Directie, Mejuf frouw Heijnen en allen, die aan de leerlingopleiding verbonden zijn, harte lijk dank voor deze „steengoeie" middag. D. KROOS. B. RASENBERG. P. DE JONG. Het spreekt haast wel vanzelf, dat de kans op ongevallen op een scheeps werf, in constructiewerkplaatsen, op montagewerken enz. veel groter is dan in bijv. een bedrijf, waar aan een lopende band wordt gewerkt. Dat las ik ergens in een tijdschrift. Als je dat zo leest zeg je: „Ja, dat is zo; daar kan ik in komen". Bij ons op de werf worden zware stukken getransporteerd, ze hangen in stroppen hoog in de lucht; er wordt ruw werk verricht; er wordt met groot gereed schap gewerkt; er zijn dampen, gassen enz. enz. En als je nu een man rustig aan een lopende band zijn steeds terugkerende handelingen ziet verrichten, waar hij precies op ingesteld is, dan kom je tot de conclusie, (0) 47

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Het Zeskant | 1958 | | pagina 13