zijn met kimknieën aan de spanten bevestigd. Voor deze spanten worden
op de vloer ijzeren roetjes geslagen. Sinds kort maakt men papieren vorm-
mallen. Volgens deze roetjes worden de hoekijzers of bulbplattingen in
de smederij gebogen. Er worden waterlijnen, vertikalen en stuiken van
de huidbeplating opgezet, zodat men de spanten goed kan houden en ze
op de juiste plaats komen. Samen met de huidplaten vormen ze huid
secties. De huidplaten worden op een speciale manier op papieren mallen
gezet en door de Sicomat-machine gebrand. Nadat ze gebrand zijn, worden
ze door de pers in hal 5 gedrukt. Om ze in de juiste vorm te drukken
gebruikt men vormmallen en tegenwoordig stukken plastic waar de vorm
van de spanten, volgens welke de platen gedrukt moeten worden, opgezet
is. Zo worden alle secties voorbewerkt en samengesteld: D.B., motor
fundatie, tunnelsecties, huidsecties, deksecties, voorpiek en achterpiek, bak
en kampagne, bovendeksecties met hutten, schotten enz. Deze secties
wegen niet zwaarder dan 30 ton.
Alle secties worden naar de helling vervoerd, waar ze aangebouwd
worden. Eerst het middenschip, dan het achterschip in verband met het
uitkotteren van de achtersteven voor de schroefas en het roer. De bronzen
schroef, die niet op de werf gemaakt wordt, wordt er ook aangezet,
samen met het roer. Dan 't voorschip. Zodoende komt men steeds verder
tot de dag van de tewaterlating aangebroken is Maar nog zit alles er
niet op. De opbouw is nog niet kompleet: masten en schoorsteen ont
breken nog. Bijna alles moet nog geverfd worden; de machines staan er
nog niet in; timmerlui en isoleerders zijn nog niet verschenen.
Maar voor dat alles heeft de stapelloop plaats. De echtgenote van een
der directeuren van de rederij werpt de fles met champagne kapot, het
Gusto-Muziekkorps speelt het Wilhelmus, de laatste hindernis is weg
gehaald en daar glijdt het schip te water onder de luide toejuichingen van
z'n collega's, die ook eenmaal te water zijn gelaten. Het schip wordt
midden op de rivier stilgehouden door een paar sleepboten en naar de
aanlegsteiger gesleept voor de Machinebouw, waar de rest van de bouw
zal plaats vinden. Voor de stapelloop zijn ook nog de diepgangsmerken,
de naam van het schip en thuishaven er op aangebracht.
De rest, die nog aangebouwd moet worden, zijn de verschillende machines
en motoren, bovendekken met tussengelegen hutten, masten, laadpalen en
schoorsteen. En het werk van de koperslagers: het aanleggen van de
leidingen. De motoren en machines zelf worden niet bij de Werf Gusto
gemaakt, maar wel de schroefas, lagers, assen enz.
In de timmerloods zijn de scheepsbeschieters al die tijd bezig geweest met
het maken van kasten, deuren, bureau's en andere meubelen en diverse
andere houten voorwerpen. Deze worden als de tijd daarvoor is aange
broken, aan het schip toegevoegd om het geheel bewoonbaar te maken.
De schilders ondertussen, die op de helling reeds de onderkant van het
(0) 51