E r o c a Maandag, 28 april en dinsdag, 29 april 1958 werd in de grote zaal van Gebouw Irene voor de leden van de Personeelsvereniging de film „Eroïca" vertoond. Deze film behandelt een fragment uit het leven van de grote componist Ludwig von Beethoven en aan de muzikale illustratie daarvan wordt medegewerkt door het Weense Symphonie-orkest, het koor van de Weense Staatsopera en de Wiener Sangerknaben. Het Bestuur van de P.V. heeft met deze film naar onze mening een goede greep gedaan. Herhaaldelijk kan men in de radio-programma's werken van Von Beethoven aangekondigd zien. De grootste en bekendste orkesten van de gehele wereld en daarbij denken we niet in de laatste plaats aan ons eigen Concertgebouw-Orkest hebben de machtige werken van deze grote componist uitgevoerd en zijn naam is in de gehele beschaafde wereld bekend. Het was dan ook bijzonder interessant iets meer uit het leven van Ludwig von Beethoven te zien. De film begint met de aankomst van de koerier, die aan het Weense hof de boodschap komt brengen, dat Napoleon in aantocht is. Deze mededeling wordt met gemengde gevoelens ontvangen. Vele families verlaten Weenen, om elders een goed heenkomen te zoeken. Er zijn echter anderen, die de komst van de Franse Keizer met vreugde tegemoet zien en daartoe behoort ook Von Beethoven. Hij meent, dat de Fransen de vrijheid, gelijkheid en broederschap zullen brengen en dat het leven nu beter zal worden. Von Beethoven werkt aan een grote symphonie, de Eroïca, die hij aan Napoleon opdraagt. Maar de komst van Napoleon brengt niet, wat Von Beethoven en andere Weeners er zich van hebben voorgesteld. „De Keizer gebiedt" en „De Keizer verbiedt", dat is wat de Oostenrijkers van Napoleon merken. En als Von Beethoven dan gecommandeerd wordt om in galatoilet voor de Keizer te komen spelen, wijkt ook hij uit en gaat naar de bevriende adel lijke familie, waar hij vroeger de dochter muzieklessen gaf. Zowel deze dochter als haar nichtje koesteren een grote genegenheid voor de compo nist, maar Von Beethoven weet, dat zijn kunst zijn grote liefde is en dat hij een eenzaam mens zal blijven. Hij vertrekt overhaast uit het huis van zijn gastheer en wijdt zich geheel aan zijn kunst. 64 (0)

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Het Zeskant | 1958 | | pagina 14