was- en kleedlokaal iets te maken heeft met de prikklokken. Dat is inder
daad het geval. Het ligt namelijk in de bedoeling de prikklokken op te
stellen bij de in- en uitgangen van deze kleedlokalen. U zult zeggen: Dat
is toch niet zo belangrijk, want ze moeten toch ergens staan! U krijgt weer
gelijk, maar toch! nee, er verandert iets. Het is namelijk niet meer
mogelijk na het blazen van de fluit de fabriekspoort binnen te rennen en
dan toch op tijd te zijn.. Voor hen, die niet gewend zijn op het laatste
nippertje van huis te gaan, verandert er niets. Doch voor hen, die elke
morgen als een sleur hun jas tussen het hek vandaan moeten trekken,
verandert er wel iets. Voor hen zal het dus enige moeite kosten te wennen
aan het nieuwe, al twijfelen wij er niet aan of ook dat komt in orde.
Voor hen, die gewend zijn zich wat vroeg op te stellen bij de portier
om zo spoedig mogelijk de fabriek achter zich te laten, verandert er ook
iets. Men zal niet vóór 4.45 uur kunnen afprikken en dit zal, in tegen
stelling tot het oude, op enige afstand moeten geschieden van de fabrieks
poort.
Om hen. die gebruik moeten maken van een openbaar vervoermiddel en
gebonden zijn aan vertrektijden van spoor, tram of bus, zal het waslokaal
geopend worden om 4.40 uur. Dit betekent echter niet, dat we de rij-
vorming zoals we die kenden bij de fabriekspoort, gaan verleggen naar
de kleedlokalen. Het ligt n.l. in de bedoeling U vijf minuten voor het
beëindigen van de werktijd toe te staan, U van Uw werkobject naar het
kleedlokaal te begeven.
Wij zijn van mening, dat dit zeer redelijk is en dat hiervan geen misbruik
mag worden gemaakt, daar dan de mogelijkheid niet is uitgesloten, dat
de Directie dan op haar genomen besluit terugkomt en een ieder aan
zijn werk moet blijven tot de fluit om kwart voor vijf blaast.
Wij hebben hierboven al gezegd, dat wij trachten in goede samenwerking
de werknemers te dienen. Dat is wel gebleken bij de kort geleden uitge
keerde winstuitkering. Ook daarin is getracht verbetering te krijgen en
het resultaat is, binnen de grenzen van de mogelijkheden, voor ons niet
ongunstig uitgevallen.
Of wij echter in de toekomst op deze weg verder kunnen gaan, zal afhangen
van de medewerking, die wij ontvangen van de arbeiders in het bedrijf.
Wij twijfelen er niet aan of deze is er en zal zeker nog verbeteren.
Ook ten aanzien van het boterham-eten des morgens valt wel iets te zeg
gen. Het is toegestaan, dat er des morgens een boterham wordt gegeten,
doch in het fabrieksreglement staat wel degelijk, dat dit beperkt zal worden
tot vóór negen uur. Ook daar valt iets aan te verbeteren: vooral ook het
bijeengroepen van vele eters in de hallen is vaak het onderwerp van
gesprek in Ondernemingsraadvergaderingen en tot onze spijt kunnen wij
dit niet altijd verdedigen.
Zo ziet U, dat er toch voor alle arbeiders op onze werf wel iets ver
andert. In ongunstige zin?, zult U zich afvragen. Wij moeten dit beslist
ontkennen. Als wij ons houden aan de voorschriften dan doen wij niets
meer of minder dan. datgene, waarvoor wij zelf de verantwoording hebben
aanvaard.
Willen wij met elkaar proberen het in de toekomst zo te gaan doen?
U dient daarmede niet alleen Uzelf, maar ook hen, die U vertegenwoor
digen.
Voor de Ondernemingsraad,
P. Slabbekoorn, secretaris
Voor de Vaste Commissie,
A. Boomert, voorzitter.
58 (0)