nerveuze werkmanshand in de zak van het jasje, omdat het er op of er onder ging omtrent het op tijd zijn of te laat komen. Gewillig liet hij zich dan meevoeren in deze enerverende dodenrace Hoe dikwijls verkeerde onze penning niet in levensgevaar wanneer zijn baas alle verkeersagenten tartte door ver boven de maximumsnelheid te rijden en zijn hoestbui op twee of vier wielen met ijzingwekkende grimmigheid en nonchalance door de bochten te scheuren, zodat jong en oud tussen 7 uur en half acht alleen met levensgevaar op straat konden vertoeven. Was het nu zo, dat we hijgend en zwetend van plichtsgetrouwe overgave nog net op tijd waren, dan kwamen we trots-lachend en met een tikkeltje leedvermaak voorbij de portier om dan triomfantelijk, maar zeer voor zichtig en bedachtzaam de koperen plak op het goede nummer aan de roestige spijker te hangen. Gebeurde het desalniettemin dat we de spannende wedloop met de Gusto- fluit verloren, dan moesten we met een schrijnend en bloedend hart aan de ingang van ons kosthuis onze „medaille" afgeven aan de plichtsgetrouwe schildwacht van de boetepot en met een onverschillig air smeten we de penning in de grote opgeheven hand van bovenomschreven „dorpelwach ter". We slaakten een zucht van verlichting wanneer we zagen, dat deszelfs hand reeds vol was van koperwerk, zodat we kennelijk niet de enige waren, die zo moeilijk van de springmatras konden scheiden En nu? Weg is dat alles! Verdwenen zijn al die avonturen rondom onze penning. Vijftig jaar heeft dat alles geduurd en nu is de brons-penning gedoemd zijn leven te eindigen in de smeltkroes. Als wat zal hij her rijzen? Wij hopen op een grote gedenknaald aan de ingang van onze werf, zó hoog (desnoods met subsidie van de Directie), dat hij voor elke Gusto-man ver in de omtrek te zien zal zijn en hij als het ware zijn koperen vinger vermanend opheft om ons er op te blijven wijzen steeds op tijd te komen! Maar onze belevenissen in de prille morgenuren van al die werkdagen blijven, zij het in het vervolg zonder onze trouwe koperen penning. Vol vertrouwen gaan wij dit maagdelijke prikkaartentijdperk in, zodat we maar moeten vergeten wat eens geweest is. Laten we proberen te vergeten wat Penning voor ons was en ons met veel elan werpen in de nu komende strijd. Een strijd, waarin benodigd is een nieuwe betrouwbare wekker, opdat we zodoende toch onze goede wil pogen te tonen om iedere dag een minuut of acht en een half eerder het prille morgenlicht te ont waren. Want dat zijn we minstens verplicht tegenover het nieuwe systeem. En al zal de eerste tijd onze hand menigmaal vruchteloos in onze zak voelen wanneer we de poort van de Werf naderenik geloof wel dat Vrouw Fortuna ook in dit tijdperk aan onze zijde zal blijven en we hopen zeer vele malen ruimschoots op tijd te komen, daar de boete voor het te laat komen voor ons mannen dubbel rampzalige gevolgen heeft in verband met onze tweede boete-oplegging wanneer we ons zakgeld ont vangenF. V K li X O K K Wie stuurt mijn dochtertje, dat al anderhalf jaar ziek op bed ligt, vanuit zijn of haar vakantieoord een ansichtkaart? Haar adres is: Nellie v. d. Drift, Amalia van Somsstraat 9 b te Schiedam. Noteert U het even en maakt U een kind ,dat zoveel moet missen, ook eens blij? Bij voorbaat dank! J. v. d. DRIFT. 88 (0)

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Het Zeskant | 1958 | | pagina 10