Wai is en wat doet het MTI? Met behulp van stroboscopische belicht ting lijkt het of de bladen van de snel- draaiende pomp stilstaan. Rechts: Aan boord worden monsters mengsel gemeten. Het Mineraal Technologisch Instituut - zoals het I.H.C.-laborato rium in Delft officieel heet is in „Het Zeskant" reeds vaak ter sprake gekomen. Het laatst in vorig jaar juni, ter gelegenheid van het tienjarig bestaan van het MTI-gebouw. Een laboratorium was er echter al eerder. Een samenvattend beeld van het werk van het laboratorium heeft Het Zeskant" sinds jarert niet gegeven. Voor de jongere generatie van IHC-collega's en voor de ouderen, die het nog weieens voor ogen willen zien, meende de redaktie er goed aan te doen het MTI en zijn werkwijze onder de loupe te nemen. Natuurlijk willen de IHC-vennoten als ze een baggerwerktuig afleveren graag zien, dat het inderdaad kan verzetten wat de cliënt verwacht. Daar voor is nodig, dat de constructie is aangepast aan het werk, dat er te doen valt. Over dat werk trachten de werven in samenwerking met de cliënt dan ook zoveel mogelijk te weten te komen. Elke constructie in de techniek is echter een compromis, niet in het minst, omdat de kostprijs ook in ogenschouw genomen moet worden. Het is de taak van het MTI, om ertoe bij te dragen, dat in alle opzichten harmonieuze constructies tot stand komen. De praktische ervaring, die de IHC-vennoten bezitten in het bouwen van baggerwerktuigen, is in de laatste tien jaar door het werk van het MTI op gelukkige wijze versterkt met inzichten, voortgekomen uit technisch- wetenschappelijk speurwerk. Dat speurwerk verricht het MTI gedeeltelijk aan boord van de door IHC gebouwde werktuigen, maar vooral op proefstands in verkleinde afmetingen, die zich in het laboratorium bevinden. Van het begin af zijn vooral baggerzuigers voorwerp van onderzoek geweest. Zuigers zijn immers in vergelijking met emmermolens en grijperkranen tamelijk inge wikkelde constructies, met velerlei mogelijkheden. Stationaire of zelf- 79

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Het Zeskant | 1958 | | pagina 15