ft Het was begin april. Er stond een flinke noordooster, die zo wat door je winterjas blies; en met veel pijn en moeite had den we bij Noordwijk een paar bloeiende bollenveldjes ont dekt. Wat zielige paarse cro- cussen, door de vorst ver kleumd, stonden daar te rillen en te bibberen naast een veldje vroege narcissen, die echt nog geen zin hadden helemaal open te gaan Maar ja. Mevr. Ghalioungui was met haar man helemaal uit Egypte ge komen en ze moesten persé ook bollenvelden zien. Eerst hadden we de werven bezocht In 't midden dhr. Ghalioungui. dhr. Ghalioungui behartigt de belangen van de I.H.C. in Egypte en besprekingen gevoerd. Egypte is vast besloten, nu ze zelf het Suez- kanaal beheren, aan de wereld te laten zien, dat ze het goed doen. Daar voor is veel materieel nodig en onze hollandse baggeraannemers zullen er ook wel aan te pas komen. Het kanaal moet dieper en breder gemaakt worden en de I.H.C. staat vast met argusogen te kijken of er een graantje of liever een flinke order mee te pikken valt. En na het zakelijke moest óók wat aangenaams komen; vandaar die bollenvelden. Trouwens eerst werd er nog gewinkeld. Alles was hier veel goedkoper en mevrouw had al heel gauw een paar „snoezige" schoentjes gekocht en cadeautjes voor haar dochter, die verpleegster is en de 12-jarige zoon, die dokter wil worden. Het klimaat vonden ze hier heerlijk. In Cairo is het meestal zo heet. „Ja, we kunnen wel zwemmen; we hebben een prachtig zwembad. In de koele maanden zwemmen we niet; wèl de kinderen van de hollandse families daar, die zwemmen altijd door!" Zo houdt in Egypte de hollandse jeugd daar de roem van ons kikkerlandje hoog. v. L. (I.H.C.) 83

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Het Zeskant | 1958 | | pagina 19