staande helling tot verdwijnen gedoemd is en plaats moet maken voor een open helling. Deze is in aanbouw en ver keert reeds in een gevorderd stadium. Tegen de tijd, dat het getij van de Mer wede op z'n hoogst was, verzamelde de directie met haar gasten zich op het po dium. Onder de vele gasten telden we o.m. Z.E. de Ambassadeur van Frankrijk en andere Franse diplomatieke vertegen woordigers. Voordat de doopceremonie plaats had, verzorgde Pastoor Meereboer, bijgestaan door twee koorknapen, de plechtige wij ding van het schip. Na dit plechtige moment liet Mevrouw Verhille, echtgenote van de president Mevrouw Verhille op het podium. van de Compagnie des Salins du Midi et des Salines de Djibouti eerst de fles champagne tegen de boeg vergruizelen, waarna de fles met uit Senegal afkomstige zoutkorrels eenzelfde lot onderging. Onmiddellijk hierna klonk het commando „alles los" en zodra de keggen onder het vlak uitgeslagen waren, gleed het ca. 1700 ton grote schip statig in de Merwede, begeleid door gillende fluiten vanaf de op stroom liggende schepen en applaus van vele op de werf samengestroomde toeschouwers. Na de tewaterlating begaf het grote gezelschap zich naar de kantine, waar één der directeuren, Ir. H. van Seventer, in zijn toespraak dank bracht aan allen, die in enigerlei vorm aan de bouw en vlotte tewaterlating hadden medegewerkt. In het bijzonder dankte hij Mevr. Verhille voor haar bereidwilligheid tot het verrichten van de doopplechtigheid, waarna hij haar een aandenken aan deze gelegenheid aanbood. Hij roemde de samenwerking, die steeds tussen rederij en werf heeft bestaan en hoopte, dat het nieuwe schip straks een belangrijke aanwinst voor de rederij zal blijken te zijn. Hierna sprak de president-directeur van de rederij, Dhr. Cahier en uitte woorden van dank aan de geestelijke voor de plechtige wijding van het schip. Dank ook aan Mevr. Verhille voor het verrichten van de doop ceremonie en aan de werfdirectie voor de vlotte bouw en tewaterlating, alsmede aan allen die op welke manier dan ook hun medewerking aan de bouw van de „Diorhane" hebben verleend. Nadat hij namens Mevr. Verhille zijn erkentelijkheid betuigd had voor het haar overhandigde souvenir, sprak hij de hoop uit, dat de toezegging van de werf om dit mooie schip nog dit jaar te zullen afleveren, ver wezenlijkt zal kunnen worden. Nadat de Ambassadeur van Frankrijk, Z.E. Petit de Bau- verger in zijn speech nog ge wezen had op de nauwe be trekkingen, die tussen Frankrijk en ons land bestaan, werden beide sprekers dank gebracht door directeur Ir. v. Seventer. 76 „Diorhane's" eerste kennismaking met de Merwede.

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Het Zeskant | 1958 | | pagina 4