cJ-£oe gaat ket er meel
„Hé, kerel, wat heb ik jou in een tijd niet gezien. Hoe gaat het er mee?"
„Goed, dank je, en hoe is het met jou?" En dan begint pas het gewone
gesprek.
De vraag, hoe het er mee gaat, ligt ons op de lippen bestorven. Vrijwel
ieder gesprek begint met die vraag. En vrijwel automatisch antwoordt
de aangesprokene met „Goed". Die vraag is een soort inleidingsformule
voor het gesprek geworden; een formule zonder veel betekenis. Want
als je dan later informeert naar de gezondheid van de aangesprokene,
dan blijkt al gauw, dat de man, die aanvankelijk verklaard heeft, dat het
goed gaat, last heeft van z'n maag of van een andere kwaal. En dat zijn
vrouw een keelontsteking heeft en zijn zoontje een arm heeft gebroken.
Niettemin heeft hij op de vraag, hoe het er mee gaat, min of meer
automatisch geantwoord: goed.
Toch is er de laatste tijd wel enige verandering te bespeuren. Het
antwoord „goed" wordt niet meer zo grif gegeven. Speciaal geldt dit
voor zakenlieden. Zeker, met de gezondheid gaat het best, ook al zijn er
maagkwalen en gebroken armen. Maar met de zaak! Neen, met de zaak
gaat het niet zo best. Er is te weinig te doen. De omzet daalt. De con
currentie wordt met de dag scherper. De winstmarges worden kleiner,
't Is moeilijk het personeel aan de gang te houden.
Dat zijn zo de klachten, die men iedere dag in zakenkringen kan horen.
En dan zijn er de pessimisten, die zeggen: „Ik weet niet waar dat op
uit moet lopen". En er zijn ook optimisten, die zeggen: „Nou ja, het
zal wel loslopen".
Als we al die klaagliederen uit de zakenwereld horen, is het misschien
wel goed om eens na te gaan, hoe we er zelf voor staan
„Dag Werf Gusto, hoe gaat het er mee?" Goed, dank je!". Gaat het
werkelijk goed? Ja, zeggen de optimisten, we hebben nog werk tot 1961
en wie dan leeft wie dan zorgt. Neen, zeggen de pessimisten, de tijd gaat
snel en we zitten zó in 1961.
Wat is nu de waarheid? Gaat het goed, of gaat het slecht? Ik geloof
dat als zo vaak de waarheid in het midden ligt. Het gaat redelijk
(0) 137