werd in 1930 afgevoerd en in 1950 door de onder CO 105 bij L.S.Z.
gebouwde vervangen. Ook de door Werf Gusto gebouwde Antwerpen 3
heeft nog ruim 2 jaar in Belgisch Congo gewerkt. Onder CO 106 is
door L.S.Z. de Matadi gebouwd. Deze is tot nu toe de laatst afgeleverde
hopperzuiger voor Congo. Laten wij hopen, dat na de Maxwell nog vele
mogen volgen.
Deze hopperzuiger Maxwell is een zelfvarend schip en is bestemd om
op de ankers te werken in de mond van de rivier de Congo en in de
vaargeulen. Het schip wordt gebouwd onder speciaal toezicht van Bureau
Veritas. De hopperzuiger kan op een diepte van 18 m door een zij-
zuigbuis het zand van de rivierbodem opzuigen. Het laadruim kan
geledigd worden door het openen van de hydraulisch bediende bodem-
kleppen, dan wel door een leegzuigkanaal, in welk geval het zand naar
de wal wordt geperst of in bakken, die langszij liggen.
De hoofdafmetingen zijn:
Lengte tussen de loodlijnen63,80 m
Breedte op de spanten11,50 m
Holte4,80 m
Diepgang geladenca. 4,25 m
Snelheid geladen minstens8 knoop
Hopper-inhoudca. 800 m3
De voortstuwingsmotor, die tevens voor de aandrijving van de zand-
pomp dient, is een direct omkeerbare dieselmotor, type Smit-Bolnes,
met een vermogen van 875 pk bij 275 omw./min. Een hulp-dieselmotor,
fabrikaat Anglo-Belgian Comp., van 350 pk bij 600 omw./min. is ge
koppeld aan een dynamo van 85 kW en zorgt tevens voor de aandrijving
van 4 hydraulische pompen, die in de motorkamer zijn opgesteld.
Op het hoofddek bevinden zich in een stalen dekhuis 2 hutten elk voor
2 bemanningsleden, met een W.C. en doucheruimte, een magazijn, een
lampen- en verfhut, C02-ruimten en een fankamer.
Op het stalen dek boven deze verblijven zijn in een dekhuis verblijven
ondergebracht voor de kapitein en de machinist met hun gezinnen, elk
met een badkamer met koud en warm stromend water, een keuken en
een magazijn. De woon- en slaapverblijven zijn voorzien van air-con
ditioning. Op de keukens staat een afzonderlijke afvoerventilator.
De verblijven voor de bemanning zijn ondergebracht op het tussendek
in het voorschip. Er is een ruime eetzaal en elke hut is voorzien van
een wastafel met stromend water. De ventilatie van de verblijven en de
eetzaal geschiedt door middel van een centrifugaalventilator op het
dekhuis op het hoofddek.
In dit dekhuis zijn ondergebracht twee keukens, twee douches en twee
W.C.'s, welke door een afzuigventilator worden geventileerd.
Op de hut op het voordek is een stalen mast aangebracht met een laad
boom voor het hijsen van lasten van 3 ton en aan de achterzijde van het
laadruim boven een luik een laadpaal met een laadboom voor het hijsen
van lasten van 3 ton vanuit de motorkamer.
Over het voor- en achterschip en over de loopbrug boven het laadruim
zijn zonnetenten aangebracht voor het werken in een tropisch klimaat.
(W. G.)
28