een dag alle lawaai verstomd. Het is stil op het schip; het is klaar en
gaat proefvaren.
Zo is het ook met de „Leiderkerk" gegaan. De 27ste januari j.l. was
het stil geworden op het schip. De Directieleden, de technici en de be
manning gaan aan boord.
Voor degenen, die het schip in aanbouw hebben gezien, is het betreden
van ditzelfde schip nu een verrassing. Geen holle ruimten meer, geen
roest, geen luchtslangen, neen, alleen maar keurig afgewerkte hutten,
gangen, trappen enz. Alles netjes in de verf. De verblijven de officieren
en van de bemanning mogen gezien worden. Het ziet er allemaal even
mooi uit. Men gevoelt bewondering voor degenen, die dit alles gewrocht
hebben; voor de ontwerpers, maar ook voor degenen, die de lijnen op
het tekenpapier tot werkelijkheid hebben gemaakt.
Het vertrek moest even worden uitgesteld tengevolge van de mist, die
maar niet wilde optrekken. Na enige tijd deed de zon echter zijn invloed
gelden en het zicht werd voldoende om de proeftocht te kunnen aan
vangen. De trossen, die het schip met de wal verbinden, worden los
gegooid. De sleepboten krijgen een seintje en beginnen het schip van de
wal te trekken. Na enige tijd rinkelt de scheepstelegraaf en in de
machinekamer worden de motoren aangezet. Al spoedig is de hulp
van de sleepboten niet meer nodig en vaart de „Leiderkerk" op eigen
kracht de Nieuwe Waterweg af. De proeftocht is begonnen.
Van de brug af kan men, nu de zon is doorgebroken, de verschillende
plaatsen en bekende punten langs de oever waarnemen. Voor alle zeker
heid helpt de radar nog mee ons veilig naar buiten te brengen. Het
weer liet ons niet in de steek; de zee was kalm en de zon scheen heerlijk
toen, even buiten de pieren van Hoek van Holland, de loods van boord
ging. De loods ging heel simpel de touwladder af en stapte over op de
loodsboot. Men kan zich nauwelijks indenken, hoe dit overstappen moet
gebeuren bij een stormachtige wind en bij hoge golfslag. Het schijnt
alles zo eenvoudig!
Als de kust niet meer te zien is, gaan we een bezoek brengen aan de
machinekamer. Machtig staat daar de hoofdmotor, die voor de voort
stuwing van het schip zorg draagt. Een imposant gezicht. Naast de
hoofdmotor staan de hulpmotoren voor het opwekken van electriciteit,
voor de verschillende pompen, voor het koelwater enz. Alle installaties,
die in tweevoud aanwezig zijn (één in bedrijf en één in reserve), zijn
voorzien van automatische schakelaars, waardoor storingen ten gevolge
van menselijke tekortkomingen worden voorkomen.
De hoofdmotor is een machtige krachtbron, die het schip met een maxi
male snelheid voortstuwt. Hiertoe brengt de motor de schroefas in
draaiende beweging en daarmede dus ook de aan de schroefas verbonden
schroef. De voortstuwende kracht van de schroef kan echter niet door
de hoofdmotor worden opgevangen. Het opvangen van die kracht ge
schiedt nu door een „kraag", die achter de motor op de schroefas zit.
Deze kraag loopt in een bak met olie en die bak is weer stevig op de
fundatie van het schip vastgemaakt.
Het is haast niet te geloven, dat de enorme, door de hoofdmotor ge-
26 (0)