HOERA VOOR Bureau Veritas en Scheepvaart Inspec tie en Werkspoor, die zo nu en dan een concurrent, maar altijd een goed collega van ons is. Hen allen dank ik hartelijk. Het spijt mij, dat niemand van de directie van Werk spoor aanwezig is, maar ik hoop, dat de desbetreffende personen aan haar zullen willen overbrengen, dat wij zeer tevreden zijn over de motoren, welke in dit schip geplaatst zijn. Dan wil ik graag afzonderlijk noemen de Technische. Staf van Adriaan Volker. Wij zijn zeer dankbaar voor hetgeen zij aan ons heeft willen overgeven, zodat wij weer een beter schip hebben kunnen maken. De prettige sfeer, welke bij het dagelijks contact tussen Uw Dienst en onze afdelingen steeds geheerst heeft, stellen wij op hoge prijs. Uiter aard betrek ik ook alle andere medewerkers, onder-leveranciers en eigen mensen gaarne in mijn dank. Tenslotte richt ik mij met name tot de directie van de firma VOLKER. Ik dank U nogmaals voor het ons geschonken vertrouwen. Het was een vreugde dit schip voor U te bouwen en vandaag is het mij een eer namens de IHC-Holland U dit schip, de „Geopotes V", veertien dagen te vroeg aan te bieden, in de hoop, dat het voor Volker een succes zal worden. En U, gezagvoerder MES en Uw mannen wens ik, dat ge een bloeiende tijd tegemoet zult gaan, waarin Uw schip als een goede en betrouwbare sleepzuiger vele kubieke meters zand en grond zal verplaatsen. Mijnheer Schram, met een heildronk op de firma Volker bied ik U de „Geopotes V" aan; dat U, Hr. Adriaan Volker, hierbij tegenwoordig zijt, stel ik wel zeer op prijs." Dhr. ir J. L. Schram vermeldde in zijn antwoord eveneens de prettige samenwerking tussen hun en onze mensen. Hij noemde de afwerking van het schip heel mooi en hij meende, als alles zo goed is als die af werking laat aanzien, dan MOET het wel een plezierig schip zijn. Ten teken, dat hij het schip voor zijn Maatschappij had overgenomen, verzocht dhr. Schram vervolgens de vlaggen te verwisselen. Toen dit geschied was, weerklonk een krachtig:

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Het Zeskant | 1959 | | pagina 5