heeft", d.w.z. wil verkopen voor 342. Een koper kan volstaan met „één mij twee" om aan te duiden, dat hij twee aandelen wil kopen voor 341. Is onder de verkopers iemand bereid twee stuks tegen deze koers te verkopen, „aan te lappen", dan roept hij onmiddellijk „Jepse" of wel „Je hebt ze", wat betekent: „Akkoord, voor deze prijs kunt U er twee van mij kopen". Beide beursbezoekers maken in hun boekje een korte aantekening van de transactie en daarmee is de zaak beklonken. De aandelen worden een der volgende dagen geleverd ten kantore van het lid, dat de koop order heeft uitgevaardigd, en daarna door hem betaald. De koers waarop koper en verkoper het in de hoek eens zijn geworden 341 geldt als de officiële koers voor dat ogenblik. Zijn er veel kooporders, dan is het mogelijk, dat even later in de hoek transacties worden afgesloten tegen hogere koersen. Bij veel verkooporders zal misschien een lagere notering tot stand komen. Op de eerstgenoemde transactie heeft dit echter geen enkele invloed. Die is vastgesteld op 341 en blijft op deze koers gehandhaafd. Ook de koersen van de open hoek worden aan de guidebank door gegeven; ze worden onder meer geprojecteerd op een verlichte strook boven de loketten van de guidebank, zodat alle beursbezoekers steeds het koersverloop in de verschillende fondsen kunnen volgen. Tegen half drie werkt de beurs onder hoogspanning. Vanaf de galerij zien we de hoeklieden druk bezig met het uitrekenen van de koersen. Loopjongens rennen heen en weer om de koersbriefjes zo vlug mogelijk af te geven bij de guidebank, vanwaar via de buizenpost de briefjes in de guidezaal belanden. Op lange tafels worden ze hier gesorteerd en op lijsten opgenomen. Alles moet snel gebeuren, want tegen sluitingstijd staan voor het loket de loopjongens van de dagbladen te dringen. Zij moeten de koersen in ijltempo doorgeven naar de redactie, die op haar beurt weer moet zorgen, dat juist vóór de persen gaan draaien, de kopij gezet is. Precies als alle markten wordt de effectenmarkt beheerst door vraag en aanbod. De beurs „maakt" de koersen dus niet; zij „registreert" slechts het resultaat van de vraag en het aanbod van de opdrachtgevers. Bestaat er vertrouwen in de toekomst, dan zullen door een groot aan tal kooporders de koersen stijgen. Overheerst daarentegen onzekerheid, dan zullen de koersen door een overwegend aantal verkooporders om laag gaan. Daardoor zijn de koersen als het ware een afspiegeling van de verwachtingen, die de beleggers hebben over het toekomstige markt- verloop op grond van economische en ook wel politieke ontwikke lingen. Van Napoleon wordt verteld, dat hij op kritieke momenten aan zijn adviseurs de vraag stelde: „Wat doet de beurs?" Zo betekent voor zeer velen ook voor de niet-effectenbezitters het snelle reageren van de beurs op allerlei ontwikkelingen een belangrijke aanwijzing en heeft men de beurs terecht genoemd: de barometer van ons economische leven. C.S.W.V. 63

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Het Zeskant | 1959 | | pagina 23