a
deze tewaterlating me
de te kunnen maken,
waarna hij het tot
stand komen van het
bouwcontract memo
reerde en op de bij
zondere aard hiervan
wees.
Dit contract werd na
melijk afgesloten met
een Noorse reder voor
twee in Nederland te
bouwen schepen, die
straks met Noorse be
manningen tussen Guayaquil en New York voor een Chileense fruit-
maatschappij bananen gaan vervoeren, welke van plantages in Ecuador
komen, waarvan een Griek de eigenaar is, terwijl de vruchten door
Amerikanen geconsumeerd zullen worden.
De heer Verschure dankte de reder, de heer Torvald Klaveness en
zijn partners voor het feit, dat zij deze opdracht aan de I.H.C. hebben
willen toevertrouwen en sprak zijn bijzondere waardering uit over de
werkelijk uitstekende samenwerking tussen de technische staf van de
reder en die van Verschure, waaruit reeds vele goede resultaten zijn
gebleken. Hij hoopte dan ook, dat wanneer deze schepen eenmaal in
de vaart zullen zijn, zij aan alle verwachtingen zullen voldoen.
Daarna sprak de heer Verschure een woord van dank tot mevrouw
Evensen voor haar bereidwilligheid om de doop te verrichten en de
laatste beletselen te doen wegnemen. Als blijk van erkentelijkheid en
tevens als aandenken bood hij haar een fraai geschenk aan.
Mevrouw Evensen, die onze taal niet machtig is, had voor deze
gelegenheid enkele woorden in het Hollands geleerd, waarmee zij de
heer Verschure dankte voor de hartelijke ontvangst en het fraaie
geschenk om vervolgens in het Engels een korte doch vlotte speech te
houden, die zij besloot met het uitbrengen van een toast op het schip
en haar toekomstige bemanning.
Vervolgens voerde de heer Klaveness het woord, die vertelde hoe
men er in 1957 toe gekomen was de opdracht voor de bouw van de
schepen aan I.H.C. te gunnen. Klaveness had in principe een
contract afgesloten voor het vervoeren van bananen maar beschikte niet
over daarvoor geschikte schepen. Men had met een werf hier in Neder
land, die aan de gestelde levertijd voor de te bouwen schepen niet kon
voldoen, de onderhandelingen beëindigd en alvorens naar Oslo terug
te reizen, wachtte men op Schiphol nog op een relatie uit Amerika.
Wegens de mist kon het vliegtuig uit Amerika echter niet landen,
zodat men verplicht was te wachten totdat het weer helder was.
Gedurende dit oponthoud gelukte het I.H.C. door bemiddeling van
een bevriende relatie de opdracht in de wacht te slepen. Overigens
heeft tot voor kort het s.s. „Hafnia", dat in 1919 bij Verschure was ge-
56