„MARIA ANA"
BEPROEVING VAN DE SNIJKOPZUIGER
CO. 387
Het is bijna 2 uur in de middag als wij bij de Moerdijkse haven
arriveren. Aan de steiger ligt de „Lekstroom" gemeerd, die de ver
binding onderhoudt tussen de wal en de zuiger. Klokslag 2 uur worden
de kabels losgemaakt en varen we de haven uit, het Hollands Diep
op, richting Klundert. Het is een stralende dag. De zon overgiet het
landschap met haar stralen en een straffe Oostenwind kuift het water
met witte koppen.
Als we zo ongeveer een kwartier gevaren hebben, doemt het silhouet
op van de zuiger, kenbaar aan de hoge spudbok en als we dichterbij
komen zien wij een felle modderstraal uit het achterschip spuiten. De
zuiger werkt dus.
Als wij aan boord komen, heerst er een gezellige drukte.
De directie van J. en K. Smit met de heer Ir. Kalis aan het hoofd en
geassisteerd door de heren Irs. de Groot en van Lunteren, fungeren als
gastheren en als leiders van de beproevingen. Het gaat prima. De cutter
maakt de grond los, de motoren draaien op volle belasting en de
pompen verzetten hun hoeveelheid mengsel.
De centrale lier, een knaap van een ding, draait maar eenderhand door,
de ene zijdraad gaat af en de andere windt op. Op gezette tijden wordt
aan het eind van de snede de ene spudpaal opgehaald en de andere
neergelaten.
De heer Schornagel, van Gonrad-Stork, houdt de cutterkast in
de gaten, want Conrad-Stork heeft de cutterladder met de aan
drijving geleverd. „Hoe gaat het, mijnheer Schornagel?" „Prima, ik
was vanmorgen om zeven uur al aan de Moerdijk. Mijn dochter was
gisteren jarig, dus dat was maar een kort nachtje".
67